Oud-leden van Voetius dachten vrijdag in Huizen met elkaar na over het thema ”Pneumatologie in de plaatselijke gemeente, binnen onze maatschappij en over de grenzen heen”. Het onderwerp sloot aan bij het jaarthema van het dispuut: ”Wind, water en vuur, de actualiteit van de pneumatologie”. Sprekers waren de oud-voetianen ds. H. B. Graafland, dr. B. Plaisier en dr. P. de Vries.De stormachtige groei in de Aziatische kerken is niet een-op-een toe te schrijven aan de werking van de Geest, stelde dr. Plaisier. Anderzijds is de leegloop van de westerse kerken niet simpel vanuit terugtrekking van de Geest te verklaren. De groei in tweede- en derdewereldlanden is ook vanuit de context en vanuit allerlei maatschappelijke factoren te verklaren, terwijl de krimp hier als door de Geest gewilde louteringsperiode kan worden gezien, stelde de oud-scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Hoewel dr. B. Plaisier de groei van Aziatische kerken bemoedigend vindt, wil hij die niet idealiseren. Wel is de ontmoeting tussen Aziatische kerken en westerse christenen goed voor beide partijen.

„Ook al is er geen drastische leegloop, dan nog baart de onbetrokkenheid van gemeenteleden mij zorgen”, zo zei ds. H. B. Graafland. Zij is predikante van de PKN-gemeente Sola Fides in Veendendaal en belichtte het dagthema vanuit eigen ervaringen. In haar eerste gemeente ging het ledenaantal achteruit, terwijl in haar tweede gemeente, de wijkkerk in Rotterdam-Hillegersberg zelfs gesloten werd.

Er gaapt een geweldige kloof tussen de Bijbelse boodschap en de moderne cultuur, stelde dr. P. de Vries gisteren. Hem was gevraagd in te gaan op de boodschap van de kerk tegen de achtergrond van de huidige cultuur. De prediking van Gods majesteit staat diametraal tegenover het moderne gevoel van onbeperkte zelfontplooiing, zei de predikant, die parttime verbonden is aan de predikantenopleiding van de Hersteld Hervormde Kerk. Dr. De Vries wil geen pleidooi houden voor archaïsch woordgebruik, maar meent dat het onvermijdelijk is een scala van Bijbelse woorden te gebruiken omdat moderne equivalenten niet voorhanden zijn. Vooral tijdens begrafenissen en trouwdiensten moet een prediker proberen buitenstaanders te bereiken door in begrijpelijke taal de kern van het Evangelie te brengen.

Tijdens de discussie stelde een predikant uit Woensdrecht dat het theoretiseren over de werkingen van de Geest onvruchtbaar is. Volgens hem moet de kerk zich beperken tot één product: enkel en alleen bezig zijn met het Woord. De oud-voetiaan herinnerde de aanwezigen aan de vormende kracht van Voetius, die lag in het gezamenlijk Bijbellezen en het elkaar bevragen rond een geopende Bijbel.

Een andere reünist vond het principieel onjuist om te spreken over de Geest Die uit de kerk zou zijn geweken, omdat dit veronderstelt dat de Geest ooit door de kerk was ingekapseld. Een emeritus predikant merkte op dat de Geest sowieso door Christus aan Zijn kerk is gegeven, maar dat de kerk de mogelijkheid heeft de Geest uit te blussen of te bedroeven. Deze opmerking maakte veel discussie los over de vraag of vooral de predikanten een ommekeer nodig hebben.