Bevrijding
Uit mijn kinderjaren draag ik warme herinneringen mee aan de week rond 1 mei. Koninginnedag was bij uitstek een gezinsdag, die ’s morgens begon op het schoolplein met het zingen van vaderlandse liederen, gevolgd door een gratis ijsje.
Daarna gingen we er gezamenlijk op uit. Bij ontstentenis van een auto gingen we met de fiets. Naar de Efteling –dat kon toen nog in een degelijk hervormd-gereformeerd gezin–, naar de Loonse en Drunense duinen, naar Slot Loevestein.De betekenis van 4 mei ging grotendeels aan ons gezin voorbij. Maar 5 mei werd uitbundig gevierd. Met taart en al, want zus Willemien was jarig.
Dodenherdenking
Aan 4 mei doe ik nog steeds niet. Niet omdat ik de doden niet wil gedenken, maar omdat ik de verjaardag van een van onze kinderen moeilijk te rijmen vind met het halfstok hijsen van de vlag. Los van de datum vind ik de dodenherdenking echter van wezenlijk belang.
Ooit zei een predikant in Hongarije me dat het gedenken van de doden een vorm van godsdienst is. Er zit op zijn minst een kern van waarheid in die uitspraak. Dodenherdenking bepaalt een mens bij de goedheid van God: ons spaarde de Heere en ons gaf Hij de vrijheid, terwijl anderen voor diezelfde vrijheid hun leven moesten laten. Het bepaalt ook bij de broosheid en vergankelijkheid van het leven.
Deze manifesteerde zich weliswaar sterk rond de Duitse inval van 1940-1945, maar blijft niet beperkt tot dat tijdvak of een oorlogssituatie. Ook nu komen jonge mensen om. In Afghanistan, als gevolg van zinloos geweld, in het verkeer, door een ziekte. Dodenherdenking bepaalt dan ook vooral bij de gebrokenheid van het bestaan, die een gevolg is van onze afval van God in het paradijs, van onze zonde.
Dodenherdenking is onlosmakelijk verbonden met Bevrijdingsdag. Zowel wat betreft datum als inhoud. Dat is goed. Hoe kun je genieten van de vrijheid als je niet stilgestaan hebt bij hen die hun leven daarvoor opgeofferd hebben?
Vijanddenken
Mijn generatie is opgegroeid met de verhalen van de Tweede Wereldoorlog. We hebben het zelf niet meegemaakt, maar we hoorden het wel uit de eerste hand, van ooggetuigen. En we lazen de boeken waarin de gruwelen van de bezetter en de heldendaden van het verzet beschreven werden. We wisten alles af van het stinkende onrecht ons aangedaan en we gaven die rotmoffen alle schuld.
Dat hebben we geleerd in de jaren zestig: vijanddenken; zij waren slecht en wij waren goed. Bevrijding leek te betekenen dat we verlost waren van de mensen van de andere kant, van de vijand. En dat ieder zelf kon bepalen om te doen wat hij dacht dat goed was, om te leven naar zijn eigen normen. Geen bezettende machten, geen knechten over je. Eigen baas!
Het vijanddenken ten opzichte van de Duitsers verminderde met het dichter worden van het IJzeren Gordijn. In plaats van de Duitsers kwam er een nieuwe vijand: Rusland, de communisten. Het kwaad kreeg een andere gedaante, schoof wat meer op naar het oosten. Maar de bedreiging was er niet minder om. En na de val van de Muur kwam weer een nieuwe vijand: de islam. Bevrijdingsdag wordt nooit gevierd onder een wolkeloze hemel!
Bevrijdingsdag moet gevierd worden. Een periode van 65 jaar vrede is uniek in de geschiedenis. Het stilstaan bij onze vrijheid mag echter niet eindigen in vijanddenken. De zegen van vrijheid is immers meer dan het ontbreken van oorlog.
Paulus
Ware vrijheid heeft niet zozeer met oorlog te maken. Of met uiterlijke omstandigheden. Bij ware vrijheid gaat het niet alleen en niet in de eerste plaats om vijanden van buiten. Het betekent verlost te zijn van alles wat ons ook innerlijk geknecht houdt: de zonde, de duivel, het boze hart. Staan in een rechte verhouding tot God, dat geeft werkelijk vrijheid.
Zo kunnen mensen aan het front of in een concentratiekamp zich vrij voelen in de wetenschap dat anderen niet kunnen heersen over hun geest; in het geloof dat anderen niet kunnen beschikken over hun leven, zelfs al zouden ze moeten sterven. Naar die vrijheid zou elk mens moeten staan.
Al 65 jaar is ons land vrij van indringers van buitenaf. Van binnenuit wordt de vrijheid echter bedreigd door een gelijkheidsideologie die geen ruimte biedt aan individuele opvattingen, door een materialistische welzijnsopvatting, door een collectieve kuddementaliteit. Gebonden mensen laten zich hierin meeslepen.
Vrije mensen weten dat ware vrijheid een geestelijk goed is. Een zaak van het hart. Die ten diepste alleen beleefd wordt in de ontmoeting met de Zaligmaker. Zo heeft Paulus het verwoord naar de Galaten: „staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft.”
Die vrijheid moet je niet alleen krijgen, maar ook bewaren. Opdat je niet opnieuw de gevangene wordt van je eigen dienstbaarheid. Als je die vrijheid kent vier je daadwerkelijk Bevrijdingsdag. En niet alleen op 5 mei, maar elke zondag, als het Woord van God verkondigd wordt.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl