De 49-jarige Geert B. stond bovendien terecht voor seksueel misbruik van nog twee andere kinderen en het vervaardigen en bezitten van ruim 18.000 kinderpornografische afbeeldingen.Het 8-jarige slachtoffer werd op 14 februari 1991 door haar moeder levenloos in haar ouderlijk huis in Deventer aangetroffen. Ze bleek gewurgd met haar nachthemd. B. woonde destijds tegenover het slachtoffer.

Op Semiha’s nachthemd bleek later speeksel te zitten van een onbekende man. B. was kort na de dood van het meisje al verdachte. In zijn verklaring als getuige had hij gemeld het meisje vlak voor haar dood nog in een pyjama met beertjesprint gezien te hebben.

Vanuit zijn flat op een afstand van circa 32 meter van die van Semiha, had hij dat nooit kunnen zien. Wegens gebrek aan bewijs is hij toen vrijgelaten.

In 2001 keek het Landelijk Team Kindermoorden opnieuw naar de zaak. Twee jaar later kon uit het speeksel DNA-materiaal worden gehaald. B. is destijds gevraagd om DNA af te staan, maar hij weigerde.

De zaak kwam weer aan het rollen toen vorig jaar de ouders van een 3-jarig meisje uit Enschede aangifte deden van misbruik van hun dochter. Het meisje zei dat buurman Geert het had gedaan. B. heeft de ontucht toegegeven. Hij heeft ook naaktfoto’s van het kind gemaakt. Het nieuws van de aanhouding leidde tot een tweede aangifte. Een meisje uit Lonneker zou in 2001 zijn misbruikt. Zij kwam geregeld bij het huis van haar oma, waar B. destijds als tuinman werkte.

Het DNA-materiaal dat de man nu verplicht moest afstaan, bleek overeen te komen met het materiaal dat aangetroffen was op het nachthemd van Semiha.

B. ontkent dat hij Semiha heeft gedood. Hij heeft wel toegegeven dat hij haar heeft misbruikt.

Volgens de advocaat van B. is zijn cliënt ernstig in de war en lijkt hij het contact met de werkelijkheid te hebben verloren.

De rechtbank doet op 20 mei uitspraak.