Vaker vissen voor lagere opbrengst
De moderne vloot van Britse vistrawlers moet zeventien keer harder werken om dezelfde vangst te verkrijgen als in 1889, toen de visserscheepjes nog werden voortgestuwd door de wind.
Dat blijkt uit een onderzoek van de universiteit van York en de Marine Conservation Society (MCS). Ze publiceerden de uitkomsten hiervan dinsdag in het nieuwe onlinetijdschrift Nature Communications.De onderzoekers, onder leiding van Ruth Thurstan, ontdekten bij het napluizen van archieven van 1889 tot 2007 dat de visvangst piekte in 1937, en destijds veertien keer groter was dan tegenwoordig.
Ze constateerden dat de hoeveelheden kabeljauw, schelvis en schol sterker zijn afgenomen dan algemeen wordt aangenomen. Uit het onderzoek blijkt ook dat de beschikbaarheid van platvis met 94 procent is gedaald.
Thurstan toonde zich verbaasd over het gegeven dat de afgeslagen hoeveelheden vis in 1889 in Engeland en Wales gemiddeld vier keer groter was dan tegenwoordig.
Van 1889 tot 2007 daalde de hoeveelheid afgeslagen heilbot 500 keer, schelvis meer dan 100 keer en schol, zeewolf, heek en leng meer dan 20 keer, terwijl de hoeveelheid kabeljauw daalde met 87 procent.
Uit de resultaten blijkt dat de schade aan de visbestanden groter is dan vermoed en dat deze is ontstaan gedurende een langere periode dan gedacht.
Simon Brockington, hoofd van de Britse vereniging ter bescherming van de zee, stelde: „Na een eeuw intensieve bevissing met trawlers zijn de hoeveelheden platvis –waaronder heilbot, tarbot, schelvis en schol– in de Britse zeeën uitgeput.”