MKB wil schrappen in ’luxe arbeidsvoorwaarden’
MKB–Nederland wil fors schrappen in de arbeidsvoorwaarden van werknemers. Volgens de organisatie van middelgrote en kleine ondernemingen dateren wetten als Arbeid en Zorg, Flex en Zekerheid, Aanpassing Arbeidsduur, Arbeidstijdenwet, ontslagwetgeving en de Arbeidsomstandighedenwet veelal uit een periode van hoogconjunctuur. Ook ademen veel afspraken in CAO’s te veel een sfeer uit van luxe.
„Ik wil niet terug in de tijd, maar onderkennend dat het slechte economisch tij gediend is bij een flink stuk dynamiek op de arbeidsmarkt, moeten we niet langer denken in heilige huisjes en een aantal zaken op de schop durven nemen", aldus MKB–voorzitter L. Hermans maandag tijdens het jaarcongres van de ondernemersorganisatie in het Scheveningse Kurhaus.
MKB–Nederland vindt dat alle verworvenheden van een hoogconjunctuur niet langer gecontinueerd kunnen worden. Als eerste wil Hermans de Arbo–wet aanpakken. Volgens hem moeten regels en rechten van werknemers op het gebied van arbeidsomstandigheden beperkt worden tot Europese wetgeving. „Nederland moet niet telkens allerlei specifieke aanvullingen aanbrengen."
Bovendien moeten werkgevers niet langer verplicht worden om de risico’s op de werkplek in kaart te brengen (de zogeheten RIE–inventarisatie en –evaluatie). Volgens MKB zorgt deze verplichting voor teveel administratieve rompslomp voor ondernemers.
Verder wil MKB–Nederland dat ontslagwetgeving het afvloeien van personeel om bedrijfseconomische redenen makkelijker maakt. De Arbeidstijdenwet moet ook flexibeler worden. Zo moet de duur van de gemiddelde werkweek opgerekt kunnen worden als ondernemers dat willen. Daarbij wil de ondernemersorganisatie ook af van de hoge overwerkvergoedingen, die momenteel in veel CAO’s zijn afgesproken.
Hermans hekelde tevens de verplichting in CAO’s voor werkgevers om het loon van arbeidskrachten in hun eerste ziektejaar 100 procent door te betalen. Van de ondernemers in het midden– en kleinbedrijf denkt 70 procent dat deze regel afbreuk doet aan het verbeteren van de arbeidsproductiviteit, omdat het werknemers niet zou prikkelen weer aan het werk te gaan.
Voorzitter L. de Waal van de FNV vindt de opstelling van MKB–Nederland kortzichtig. „Het is niet verstandig arbeidsvoorwaarden voortdurend op de conjunctuur aan te passen." Hij wijst erop dat over enkele jaren de economie is aangetrokken en door de vergrijzing een tekort aan jonge arbeidskrachten dreigt. „Als het midden– en kleinbedrijf dan nog een aantrekkelijke werkgever wil zijn, moet het ook nu luisteren naar de wensen van werknemers. Een feit is dat mensen steeds meer zoeken naar mogelijkheden om werk en zorg te comineren.
Voorzitter J. Schraven van VNO–NCW hekelde de „zelfgenoegzaamheid" in de Nederlandse werkcultuur. Vooral de wetgeving op het gebied van arbeidstijden is volgens de voorman van de grootste werkgeversorganisatie in de huidige economische situatie niet verantwoord meer. „We liggen nog steeds in een hangmat. We kunnen echter niet meer straffeloos 30 procent minder werken dan een land als de Verenigde Staten en dan toch maar hopen dat we een hogere productiviteit bewerkstelligen."
Volgens Schraven moeten werkgevers en vakbonden een nieuwe balans in de werk– en rusttijden zien te vinden. Zo verwacht hij veel van de geplande onderhandelingen tussen sociale partners en het kabinet over de zogeheten levensloopregeling en het vroegpensioen.