„Nunspeet lapt vonnissen aan z’n laars”
De gemeente Nunspeet negeert stelselmatig uitspraken van de rechtbank. Het gaat om vonnissen waarin de rechter Nunspeet beveelt een besluit te nemen over burgerverzoeken tot handelend optreden tegen overtredingen. De gemeente moet zich realiseren dat ze daardoor arrogantie uitstraalt, die een negatief effect heeft op haar burgers.
Dat valt te lezen in een rapport van de VROM-inspectie Oost naar aanleiding van zes burgerklachten in de gemeente Nunspeet over het handhavingsbeleid op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. Het rapport is maandag openbaar gemaakt.
Uit het stuk blijkt verder dat bij de onderzochte klachten de communicatie tussen gemeente en klager niet goed is verlopen. „In alle gevallen blijkt dat de klagers onvoldoende serieus genomen zijn en dat niet duidelijk is aangegeven waarom de klacht niet terecht zou zijn in de ogen van het gemeentebestuur”, zo staat er te lezen.
De schrijvers van het rapport doen een paar aanbevelingen. Zo dient de gemeente volgens hen meer te investeren in het voortraject met de klagende burger, door overleg en eventuele inspectie ter plaatse. Verder zal het college in voorkomende gevallen gewoon moeten toegeven dat het kennelijk fout zat. Bovendien zou Nunspeet meer voorlichting moeten geven over zijn beleid op het gebied van vooral de ruimtelijke ordening.
Het college zegt bij monde van wethouder A. T. van de Pol en burgemeester D. H. A. van Hemmen zich „niet altijd te herkennen in de uitspraken die de makers van het rapport op papier hebben gezet.” Van de Pol ontkent bijvoorbeeld dat het gemeentebestuur stelselmatig uitspraken van de rechter negeert. „De rechter stelde bij iedere zaak een termijn waarop wij moesten ingrijpen. Die is echter niet dezelfde als de proceduretermijnen die de VROM-wetgeving voorschrijft. Bovendien hebben we slechts in enkele gevallen de deadlines, die van de rechter, overschreden.” Burgemeester Van Hemmen voegt daaraan toe: „Aan de Raad van State is het eindoordeel. Maar gemeenten moeten soms lang wachten op een uitspraak van dat orgaan. Vandaar dat vonnissen van de commissie bezwaar- en beroepschriften (CBB), rechter en Raad van State niet altijd synchroon lopen.”