Regeringskringen bevestigen dat voor mei volgend jaar niet alleen de vergunningen van het Rijk, maar ook die van provincies en gemeenten getoetst worden op nut en noodzaak. Dit moet leiden tot het schrappen van vergunningen of het vervangen van de vergunningsplicht door algemene regels.

Als vergunningen in stand blijven, moet er alles aan gedaan worden om de kosten voor burgers en bedrijven zo laag mogelijk te houden. Dat kan door de duur van de vergunning te verlengen en de plicht om de overheid te informeren zo beperkt mogelijk te houden.

Eerder dit jaar bracht de commissie–Kraaijeveld een rapport uit aan staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken over het vereenvoudigen van vergunningen. Naar schatting worden in ons land jaarlijks meer dan twee miljoen vergunningen aangevraagd. Dat alleen al leidt tot administratieve lasten bij ondernemingen van meer dan 1 miljard euro. Daar komt zo’n 400miljoen euro aan leges, die betaald moeten worden aan de overheid voor de vergunningen, bovenop. De duurste zijn de vergunningen waarbij aan de overheid tal van gegevens moeten worden verstrekt.

Niet alleen bedrijven hebben baat bij het aanpakken van de bureaucratie. Ook vergunningen die burgers aanvragen, zoals parkeervergunningen, worden getoetst.