De commissie zegt er begrip voor te hebben dat de radioreclame niet door iedereen wordt gewaardeerd. Aan de andere kant vindt ze het spotje niet zo schokkend dat de grens van het toelaatbare is overschreden.

De radioreclame werd uitgezonden tijdens de campagne voor de kamerverkiezingen. Het gebed werd uitgesproken door ds. H. Bok van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschappen in Vaassen, Elburg, Hattem en Apeldoorn. Hij bad in het spotje dat mensen meer zouden omzien naar „de zwaksten in onze samenleving”, de dieren. Tijdens de mkz-crisis kwam hij in het nieuws door een marathonkerkdienst te houden in een stal die moest worden geruimd. Ook voerde hij actie tegen drijfjacht op wilde zwijnen door leden van het hof.

De PvdD liet het reclamespotje met opzet uitzenden na het EO-programma ”De Ochtenden” omdat daar veel christenen naar luisteren. Een luisteraar uit Den Haag diende een klacht in bij de Reclame Code Commissie vanwege het kwetsende karakter van de reclame-uiting. Hij wees erop dat partijen zoals CDA, SGP en ChristenUnie nooit hebben geprobeerd door middel van een gebed in een reclamespotje kiezers voor zich te winnen.

De PvdD verweerde zich tegenover de commissie met als argument dat ze geen enkele kwetsende bedoeling had. „Het betreft hier een uiting van diepe betrokkenheid bij een ernstig maatschappelijk verschijnsel”, aldus de partij. Bij het opstellen van het verweerschrift consulteerde de PvdD de bekende hoogleraar Anne van der Meiden.

De codecommissie kan reclame-uitingen als „nodeloos kwetsend” betitelen maar zegt zich hierbij terughoudend op te stellen vanwege het „subjectieve karakter” van dit criterium. Eerder veroordeelde de commissie wel reclame waarin religieuze uitingen werd gebruikt. De PvdD wijst erop dat het toen om commerciële reclame ging en dat in het spotje van de partij geen sprake is van een „dubbele bodem.”

De PvdD zegt zich zorgen te maken over de traditionele christelijke leer die de mens tot middelpunt verheft en zo aan dieren voorbijziet. Volgens de partij zijn er veel positieve reacties binnengekomen op het spotje, „ook van christenen.” Slechts een enkeling zou kritiek hebben gehad.