God wordt mens, wie kan dat bedenken?
Worden goden en alle verhalen en regels eromheen niet gewoon gemaakt door mensen?
„In mijn studententijd ontdekte ik dat ik onderdeel was van een Groot Verhaal. En dat dit een gemaakt verhaal is, een verzonnen waarheid. Ik kwam erachter dat goden, en alle verhalen en regels er omheen, gemaakt worden door mensen. Dat was een heftige ontdekking, maar uiteindelijk wel een die mijn leven ten goede heeft veranderd.” Aldus Franca Treur in een opiniebijdrage op 5 maart in deze krant.Wat kun je daarop zeggen? Om die vraag te beantwoorden heb ik ervoor gekozen een open brief aan Franca te schrijven.
Beste Franca,
Toen ik op een zondag tussen twee kerkdiensten door jouw boek ”Dorsvloer vol confetti” zat te lezen, waren er verschillende herkenningsmomenten. Als jongen fietste ik ook altijd keihard naar huis, onderweg bedenkend wat ik aan mijn vader zou kunnen vertellen over de preek. Van mijn zus hoorde ik dat ze je verhaal over de hoed in de plastic tas aan het stuur die zo irritant tegen je been aanschuurde helemaal herkende. De geladen sfeer rondom een huisbezoek kon ik ook wel plaatsen.
Bij al deze zo menselijke ervaringen drong zich bij mij echter onweerstaanbaar een opvoeding van buitenkantgeloof op waarin God Zelf de grote afwezige was. In het boek staat niets te lezen over het geweldige geheim van kruis en opstanding. De manier waarop de bekeerde oma over het geloof spreekt, stoot eerder af dan aan. Dit geloof is een verzonnen verhaal zonder inhoud. Wie door dat verhaal heen prikt, heeft aan het geloof niet zo veel boodschap meer, zo oordeelden mijn vrouw en dochter.
In het RD van 5 maart geef je aan dat jouw roman niet teruggaat op de werkelijkheid van je opvoeding. Je hebt wel de liefde van Christus in mensen gezien en je bent niet opgevoed met een buitenkantgeloof. Ik ben er blij om dat je anders opgevoed bent dan Katelijne. Je hebt een verhaal gemaakt van een christelijke geloofsopvoeding dat niet aan de werkelijkheid van je eigen leven beantwoordt. Dat maakt de vraag des te dringender waarom je dan op zo’n onpersoonlijke en moralistische manier over de christelijke opvoeding en het geloof hebt geschreven.
Droomwereld
De vertolking van je existentiële crisis in het RD-artikel heb ik met meer dan gewone belangstelling gelezen, omdat ze mij in mijn diepste innerlijk raakt. Ik ging in mijn studententijd ook door een crisis heen. De grote vragen over de wereld, de geschiedenis, God en mijzelf drongen zich onweerstaanbaar aan mij op. Evenals jij ontdekte ik dat er in de kerk veel menselijks is. Er wordt veel nagepraat en verzonnen, tot en met bekeringsgeschiedenissen toe. Vanaf kansels heb ik met de grootste stelligheid dingen horen verkondigen die kant noch wal raakten. Het heeft mij ook tot de diepe vraag geleid of God eigenlijk wel bestaat en of het hele christelijk geloof niet één grote show is.
Er was wel een verschil met jouw ontdekking. Mijn scepsis raakte niet alleen de wereld van het geloof, maar de hele mensenwereld. Ik ontdekte dat de grote mensenwereld van politiek, economie, wetenschap, media en vooruitgang ook een groot verhaal is. Gemene machtsspelletjes kom je niet alleen in de kerk tegen, maar in de hele mensheid. Achter het laagje vernis van beschaving gaat een verdorven werkelijkheid schuil. Vandaag zou de mensheid bijvoorbeeld gewoon weer meedoen met de sadistische spelletjes van Auschwitz. Dat bracht mij tot de vraag naar de zin van dit alles.
Toen ging mijn ontdekking nog een stap verder. Voor mijn besef werd ik wakker uit een grote droomwereld toen ik God als een levende Persoon ontdekte. Dat plaatste alles in een ander perspectief. Ik heb verschillende teleurstellingen meegemaakt in mijn leven, maar God heeft mij nooit teleurgesteld. Hij bleek voortdurend mijn enige zekerheid toen alles onzeker was. Hij is voor mij zekerder dan zeker.
Persoonlijk ben ik nog vaak onzeker. Het geloof roept vragen op die een ongelovige niet heeft. Het ongeloof zit heel diep in mij geworteld en ik voel mij ook heel aards. Wat dat betreft ben ik net zo ongelovig als jij. Daarom ben ik blij dat ik elke zondag mag preken. Dan merk ik dat het Woord mij overtuigt van God en de werkelijkheid in Christus. Ik overtuig mijzelf niet van God, maar God overtuigt mij van Zichzelf door Zijn Woord.
Mijn ontdekking van God staat tegenover jouw ontdekking van een verzonnen verhaal over God. Jij kunt mij niet overtuigen dat God niet bestaat. Ik kan jou niet overtuigen dat God wel bestaat. Ik wil twee overwegingen geven om te onderstrepen dat het geen onzin is om in God te geloven.
Opstanding
1. Er heeft een historische persoon geleefd die Jezus heette en aan het kruis is gestorven. Zijn graf bleek leeg te zijn. Honderden anderen hebben Hem later ontmoet. Misschien dat ze allemaal een hallucinatie hadden? In combinatie met het lege graf is dat niet de waarschijnlijkste oplossing. Dan kun je alleen maar concluderen dat Jezus opgestaan moet zijn. Dat wordt bevestigd door de zekerheid waarmee de apostelen van hun levende Heere hebben getuigd. In hun denkkader kon het niet bestaan dat een profeet door God aan het kruis werd prijsgegeven. In hun theologie was het ook ondenkbaar dat een gekruisigde zou worden opgewekt uit de dood. Al met al moeten zij wel op een onweerlegbare manier zijn overtuigd van de opstanding van Christus als ze hun leven voor het getuigenis van Christus over hadden.
- Denk eens na over het wonderlijke boek dat wij Bijbel noemen. Is er ergens op aarde zo’n eerlijk boek over de mens als de Bijbel waarin alle onhebbelijkheden van gelovigen worden benoemd? Kunnen we ergens zo’n diepteboring van het menselijke bederf aantreffen als in Gods Woord? In de Bijbel wordt geschreven over God Die mens is geworden; wie heeft dat kunnen bedenken? De Bijbel is ontstaan in een periode van ruim 1500 jaar, Bijbelschrijvers stonden in volstrekt verschillende situaties, we komen tal van genres in de Schrift tegen en toch blijkt er één Geest achter deze verschillen te zijn. Is er ergens op aarde een boek dat na 3000 jaar nog dagelijks mensen kracht geeft en levens van criminelen en atheïsten weet te veranderen?
Ik groet je recht hartelijk,
Dr. W. van Vlastuin, docent apologetiek aan het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl. >gt;>gt;refdag.nl/weerwoord