„Vliegtuigbom was voor ds. Heikoop als wagen van Elia”
Op 6 november 1944 voeren geallieerde vliegers een luchtaanval uit op het centraal station van Utrecht. Een bom verdwaalt en treft een nabijgelegen kliniek. In de wachtkamer zit ds. M. Heikoop, predikant van de gereformeerde gemeente in Utrecht. Hij overleeft het niet.
Eind juli 1944 ontvangt ds. M. Heikoop een brief met een beroep van de gereformeerde gemeente in Zeist. Bij het openen ervan zegt hij tegen zijn echtgenote: „Nu vrouw, het zal een van beide zijn: of inpakken voor ons vertrek naar Zeist of gij zult mij naar het kerkhof brengen.”Het blijken profetische woorden. Ds. Heikoop neemt het beroep naar Zeist aan, maar van verhuizen komt het niet. Een geschikte woning in Zeist wordt gevorderd door de Duitsers, drie zoons Heikoop worden weggevoerd bij een razzia en de predikant zelf heeft veel last van „duizelingen in zijn hoofd” waardoor hij niet meer kan voorgaan. In de weken die volgen, ondervindt ds. Heikoop veel geestelijke strijd. Een aantal keer spreekt hij van zijn naderend levenseinde.
Zondag 17 september 1944 wordt ds. Heikoop „als naar de kerk gedreven.” Kandidaat L. Rijksen gaat die zondag voor in Utrecht. „Ik heb zulk een sterke begeerte om op te gaan naar Gods huis”, vertelt hij zijn gezin.
’s Middags gaat hij naar de kerk. De kerkenraad is verbaasd. Ds. Heikoop legt uit wat hem drijft en voegt eraan toe: „Een stem zegt mij vanbinnen: Het is heden uw laatste reis welke gij naar Gods huis maakt.” Vanuit de ouderlingenbank luistert hij naar kandidaat Rijksen. De gemeente is „zichtbaar ontroerd”, zo meldt zijn biografie over de aanwezigheid van hun predikant.
Op maandag 6 november 1944 gaat ds. Heikoop voor een afspraak naar de neurologische kliniek aan de Nicolaas Beetsstraat in Utrecht. Hij heeft er vanwege de aanhoudende duizelingen een afspraak met prof. Sillevis Smitt.
Die morgen voeren de geallieerden een luchtaanval uit op het nabijgelegen station Utrecht. Een bom verdwaalt en treft enkele minuten over tienen het gedeelte van het ziekenhuis waar ds. Heikoop in de wachtkamer zit. „Deze bom was voor de predikant als de wagen waarmee Elia ten hemel is gevaren.”
Er volgen spannende dagen. Pas donderdagmiddag komt er duidelijkheid. Rond halfvijf vinden reddingswerkers het „deerlijk verminkte” lichaam van ds. Heikoop onder het puin. Het is kandidaat Rijksen die de droeve mededeling bij het gezin van de predikant moet brengen „dat hun geliefde man en vader, 54 jaar oud, de eeuwige rust is ingegaan.” In totaal zijn er bijna zestig gewonden. Het dodental loopt op tot 21.
Ds. Heikoop is niet de enige predikant die omkomt. Ook de hervormde predikant J. R. Immink is onder de slachtoffers. Hij is op werkbezoek in het Utrechtse ziekenhuis.
Op donderdag 14 november 1944 vindt de begrafenis van ds. Heikoop plaats. Er zijn maar weinig mensen van buiten Utrecht bij. Toch is de kerk vol tijdens de rouwdienst. Aanwezig zijn ook ds. J. Fraanje, ds. R. Kok, kandidaat Rijksen en student M. van de Ketterij.
Ds. Fraanje leidt de dienst. Hij wijst erop dat ds. Heikoop wel door middel van, maar niet in het oordeel is omgekomen. „Een leraar in Nederland is onder het puin bedolven en onder het oordeel weggenomen, om nu eeuwig te leven boven hel en oordeel. Hij mocht veel getuigen van het oordeel en was er zelf mee op zijn plaats gekomen, O, denk erom, Utrecht en geheel Nederland, de Heere zegt: „Zie, Ik maak uwe feesten tot rouw en de Heere maakt het land ledig.””
Na de dienst trekt de lange rouwstoet door de „bijna lege straten van Utrecht” naar de begraafplaats Kovelswade. Daar spreekt ds. R. Kok. De predikant bepaalt de aanwezigen bij Daniël 12:3: „De leraars nu zullen blinken, als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk.”
Op 29 december 1947 onthult burgemeester Ter Pelkwijk ter herinnering aan het bombardement een plaquette in de hal van de getroffen kliniek. Bij de verhuizing van het Academisch Ziekenhuis naar de Uithof in september 1989 komt het monument in de gang naast het stiltecentrum van het nieuwe gebouw te hangen.
Dit is de eerste aflevering in een vierdelige serie over in de Tweede Wereldoorlog omgekomen predikanten. Zaterdag deel 2.