Cuba beleeft „de grootste terugval van vrijheid in jaren”
Nu de ganse wereld even de andere kant op kijkt en de oorlog in Irak het nieuws domineert, zijn de autoriteiten van Cuba begonnen met het ontmantelen van de eerder gedoogde oppositie tegen het bewind van president Fidel Castro.
Ten minste 72 dissidenten, oppositieleiders en onafhankelijke journalisten zijn in de kraag gevat sinds de politie op dinsdag haar klopjacht op andersdenkenden begon. De nieuwste arrestatiegolf sterkt verschillende Latijns-Amerikaanse landen in hun voornemen om tot een veroordeling van Cuba te komen tijdens de bijeenkomst van de VN-mensenrechtencommissie in het Zwitserse Genève. De afgevaardigde van Peru diende hiertoe woensdag een resolutie in die de eilandstaat hekelt vanwege het handhaven van talrijke vrijheidsbeperkingen en vanwege de manier waarop de autoriteiten deze restricties opleggen.
Volgens directeur Jose Miguel Vivanco van Human Rights Watch betekenen de arrestaties van deze week „de grootste terugval van vrijheid in jaren” op Cuba. „Waarschijnlijk hebben de machthebbers te Havana overwogen dat het weer eens tijd was om de oppositie eraan te herinneren dat alleen zij de regels van het spel bepalen”, stelt Vivanco. Ook oud-president Jimmy Carter van de Verenigde Staten sprak zijn teleurstelling uit in de verharding van het Cubaanse regime. „De internationale gemeenschap zal er nauwgezet op toezien dat de arrestanten de bescherming krijgen waarop zij recht hebben onder de grondwet van Cuba. Ik doe daarom ook een beroep op de Cubaanse regering om de rechten van de gedetineerden te eerbiedigen en om de vervolging te staken van mensen die op vreedzame wijze hun mening kenbaar maken”, aldus Carter.
Woordvoerder Juan Hernandez Acen, van het Bureau voor Cubaanse Belangen in Washington (een soort afgeslankte ambassade vanwege het ontbreken van diplomatieke betrekkingen tussen Cuba en de VS), verzekerde dat de arrestaties niets van doen hebben met het aan banden leggen van politieke vrijheden, maar dat de gedetineerden hun lot te danken hebben aan samenzweringen tegen de staat. „De aanhoudingen zijn in die zin goed vergelijkbaar met de arrestaties van terroristen in de Verenigde Staten na de aanslagen van 11 september 2001”, aldus de zegsman.
De meeste van de opgepakte dissidenten hebben in het recente verleden een of meerdere keren contact gehad met de Amerikaanse diplomatieke afgevaardigde in Havana, James Cason, die het afgelopen jaar de plaatselijke oppositie een hart onder de riem heeft proberen te steken door talrijke ontmoetingen te beleggen met prominente onafhankelijke academici, schrijvers, wetenschappers en journalisten. Cason baarde meerdere malen opzien door op haast ondiplomatiek harde wijze kritiek te spuien op de regering van president Castro.
Volgens de Cubaanse autoriteiten zijn allen die in contact staan of hebben gestaan met deze lastige Amerikaan „landsverraders, samenzweerders en contrarevolutionairen.” Juan Acen ging vanuit Washington zelfs zo ver om James Cason te beschuldigen van het organiseren en financieren van een machtsgreep. Hoewel Cubaanse regeringswoordvoerders bij herhaling verzekerden dat de dissidentie beperkt blijft tot „een klein groepje dwalers”, vermoedt Arturo Valenzuela, een gewezen lid van de Nationale Veiligheidsraad, dat het regime zich wel degelijk bedreigd voelt. „Wanneer het groepje dissidenten juist zo klein en onbetekenend is, waarom dan alle ophef met arrestaties en dergelijke?”
Cuba’s meeste bekende oppositieleider, Oswaldo Paya, van een burgerbeweging die van bestaande wetgeving gebruik wil maken om politieke vrijheden te bewerkstelligen, ontsnapte tot dusver aan arrestatie, maar liet via de telefoon vanuit Havana weten zich niet te zullen laten intimideren door de toegenomen repressie. „Hoewel het regime de deur naar vreedzame hervormingen genadeloos dichtsmijt, gaan wij stug verder met ons programma”, aldus Oswaldo Paya, die doelde op het zogeheten Varela Project, dat middels het inzamelen van handtekeningen en adhesiebetuigingen een volksreferendum wil afdwingen over de politieke reorganisatie van het land.
Als architect van het geruchtmakende Varela Project is Oswaldo Paya ontvangen door onder meer paus Johannes Paulus II, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, en talrijke staatshoofden en regeringsleiders. Een medewerker van oud-president Jimmy Carter -die eerder op uitnodiging van Fidel Castro Cuba bezocht en daar in het bijzijn van het revolutionaire staatshoofd een oproep deed voor meer vrijheid- zei dat de eilandregering het waarschijnlijk niet aandurft om ook Oswaldo Paya in te rekenen. „Oorlog of geen oorlog in Irak, dat zou hoe dan ook wereldnieuws zijn en Castro de aandacht brengen die hij nu schuwt.”
Volgens woordvoerder Juan Acen van de Cubaanse belangenmissie in Washington zijn de arrestaties van deze week geenszins bedoeld om het Varela Project te ondermijnen. „Men moet goed begrijpen dat deze mensen niet zijn gearresteerd voor wat zij denken of zeiden maar voor wat zij deden, namelijk het in gevaar brengen van onze nationale veiligheid.”
Het project dat Oswaldo Paya twee jaar terug begon wil een tot dusver nimmer gebruikte wetsbepaling benutten die voorziet in het uitschrijven van een referendum over constitutionele vraagstukken wanneer minstens 10.000 kiezers hierom vragen. Hoewel de initiatiefnemers van het Varela Project inmiddels 11.000 handtekeningen overhandigden, hebben de regeringsautoriteiten nog niet gereageerd.
„De machthebbers proberen ons dood te zwijgen. Want elke officiële erkenning van het Varela Project, door er bijvoorbeeld aan te refereren in een communiqué of toespraak, zou onder de bevolking eerder vragen oproepen dan beantwoorden. En voor je het weet hebben we dan geen 11.000 handtekeningen, maar wellicht een miljoen of meer”, aldus Oswaldo Paya.