„Huizenprijzen zijn te hard gestegen”
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft zijn bezorgdheid geuit over de sterke stijging van de huizenprijzen van de afgelopen jaren.
Historisch onderzoek wijst uit dat een lange periode van stijgingen in bijna de helft van de gevallen wordt gevolgd door dalingen van 25 tot 30 procent, aldus het IMF.
Het IMF heeft zijn onderzoek gericht op de ontwikkeling die de huizenmarkt na de Tweede Wereldoorlog in negentien industrielanden heeft doorgemaakt. Het heeft zijn onderzoek gepubliceerd als voorbode op de halfjaarlijkse economische ramingen in de World Economic Outlook van volgend week.
Volgens de belangrijkste econoom van het IMF, Kenneth Rogoff, verkeren de Verenigde Staten en Groot-Brittannië in de gevarenzone. De Amerikaanse huizenprijzen zijn sinds 1996 gemiddeld met 28 procent omhooggegaan. De Britse huizen zijn sinds 1994 zelfs 70 procent duurder geworden.
Van een zeepbel die uiteen dreigt te spatten, wil het IMF nog niet spreken, maar de internationale organisatie is er bezorgd over dat de prijzen zelfs zijn blijven stijgen in een periode van economische neergang met dalende aandelenkoersen. In vele gevallen is de stijging zelfs groter dan in periodes waarin kan worden gesproken van een sterk oplevende huizenmarkt.
Een ineenstorting van de huizenmarkt kan grote gevolgen hebben. Inzakkende aandelenmarkten waren na de oorlog eens in de dertien jaar te zien, duurden gemiddeld tweeëneenhalf jaar en resulteerden in 4 procent minder groei. Periodes van dalende huizenprijzen waren er minder, maar duurden wel twee keer zo lang en hadden een groter effect op de economie, omdat banken en consumenten in de problemen kwamen.
De laatste keer dat de industrielanden met een lange periode van dalende huizenprijzen werden geconfronteerd, was in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De prijzen daalden toen vier jaar achtereen, in totaal met gemiddeld 28,5 procent.
Het IMF waarschuwde ook dat de hoge schulden van bedrijven, die zij ten tijde van de hausse van de aandelenmarkten zijn aangegaan, een drukkend effect hebben op het herstel van de economieën in de eurozone en de Verenigde Staten.
Volgens Rogoff heeft dit de eurozone vorig jaar 2,5 procent tot 3 procent groei gescheeld en de VS 1 procent. Ook dit jaar zullen de economieën daar nog last van hebben. Het IMF verwacht echter niet dat ze opnieuw in een recessie zullen belanden.