Strijd tegen corruptie; tij lijkt te keren
Mr. Richard Donk
Achtergrond
JERUZALEM – De Israëlische politiek kent een lange traditie van corruptieschandalen. Meestal bleef het bij geruchten of hooguit een onderzoek. Het tij lijkt echter te keren. Voor het eerst moet een oud-premier zich voor de rechter verantwoorden.
Macht corrumpeert altijd, is een bekend adagium. Israël vormt daarop geen uitzondering. In 1977 verloor de Arbeidspartij de verkiezingen, na dertig jaar onafgebroken aan de macht te zijn geweest. Een van de redenen was het gevoel onder de bevolking dat de partij corrupt was. Nog datzelfde jaar trad partijleider Yitzhak Rabin af, nadat bekend was geworden dat zijn vrouw een illegale bankrekening bezat.
Het aftreden van Rabin was uitzonderlijk. Hoewel Israëlische politici veelvuldig geruchten over omkoping en andere misstanden over zich afriepen, wisten zij in de regel aan vervolging te ontkomen. Tegen diverse premiers, onder wie Ariel Sharon, Ehud Barak en Benjamin Netanyahu, werd weliswaar een onderzoek ingesteld, maar tot gerechtelijke stappen kwam het niet.
In 2000 kwam daar verandering in. De invloedrijke leider van de ultraorthodoxe Shaspartij, Aryeh Deri, verdween in dat jaar achter de tralies, nadat hij was veroordeeld wegens het aannemen van 155.000 dollar smeergeld.
Gisteren begonnen twee oud-ministers aan een gevangenisstraf. Shlomo Benizri (Shas) is onder andere veroordeeld wegens het aannemen van steekpenningen en het verduisteren van bijna 2 miljoen shekel. De geestelijk leider van Shas, Ovadia Yosef, huilde volgens de Israëlische krant Ha’aretz als een kind toen de ex-bewindsman zondag afscheid kwam nemen. Zijn tranen konden niet voorkomen dat Benizri de komende vier jaar in de cel moet doorbrengen.
Ook oud-minister Hirchson (Kadima) verdween gisteren voor vijf jaar achter de tralies. En hoewel oud-premier Olmert, die deze week wegens corruptie werd aangeklaagd, stug zijn onschuld volhoudt, is het niet uitgesloten dat hij als eerste oud-premier in de Israëlische geschiedenis naar de gevangenis wordt gestuurd.
De grote vraag is of de gerechtelijke stappen tegen Israëlische politici het gevolg zijn van een hardere aanpak van justitie of het toenemen van de corruptie in de Joodse staat. Volgens Daniel Kayros, een advocaat die is verbonden aan de Beweging voor Kwaliteitsbestuur in Jeruzalem, is het laatste het geval.
„De corruptie waar we momenteel mee te maken hebben, is absurd. Het heeft bijna een epidemisch niveau bereikt. Ik maak me grote zorgen.” Zijn conclusie wordt gestaafd door statistieken van de organisatie Transparency International, die jaarlijks een corruptiebarometer publiceert. In tien jaar tijd daalde Israël van de tiende naar de 34e plaats op de lijst van minst corrupte staten.
Volgens Kayros heeft de corruptie te maken met het kiessysteem van proportionele vertegenwoordiging. „Er is geen structuur van directe verantwoording van de politicus aan de kiezer. Een politicus vergeet gemakkelijk wiens belangen hij nu eigenlijk vertegenwoordigt.”
Ook het conflict tussen Israël en de Palestijnen is volgens Kayros een aspect dat de strijd tegen corruptie naar de achtergrond verdringt.
Hoewel justitie nu meer ernst lijkt te maken met het aanpakken van corruptie, is er nog veel te doen, meent prof Asher Aryan, verbonden aan het Israel Democracy Institute. „Het is niet altijd duidelijk wat nu precies onder corruptie moet worden verstaan. Dat moet beter in de wet worden vastgelegd.”
Advocaat Daniel Kayros ziet echter een lichtpuntje: „Alle partijleiders in Israël hebben een manifest ondertekend dat voorziet in de bestrijding van corruptie. Ik ben niet naïef, maar dit kan een goed begin zijn.”