Zo ziet een mens al zijn zonden voor ogen en dan doet hij geloften. Hij belooft een andere weg te nemen, zich te verbeteren en begint zichzelf goed te keuren in het verbeteren.Nu zegt de ziel wel: Ik zie nu dat de gerechtigheid van God is getergd. Ik zie nu wat zonde is en wat het gevaar daarvan is. Ik zal hen die het Woord horen niet meer bespotten en uitlachen. Ik zal zelf het goede Woord van God gaan horen. Wat kunt U nu tot mij zeggen? Nu moet ik toch wel in de hemel komen.

Zie, dit alles is het werk van mensen. Het is waar, dit is de weg en dit zijn de rechte middelen. Die alle kunnen de vergeving echter zelfs niet van één zonde verwerven. Ik heb er velen gekend die grote werken hebben gedaan, maar nooit een gedachte van Christus hadden en nooit zaligheid van Hem hebben verwacht. Zo voedden zij zich met draf en dan zegt de satan: U bidt en doet uw plichten, maar dat deed Judas ook en vele anderen die nu in de hel zijn. Dan ziet het hart zijn snoodheid en wordt tot een heilzame wanhoop gedreven. Zie dat ook in de verloren zoon.

Thomas Hooker, predikant te Newton (New England)

(”De ware zielsvernedering”,1678)