Dobson maakt bespreekbaar wat pubers overkomt
Titel:
”Goed voorbereid op de puberteit”
Auteur: James Dobson; vert. Margriet Visser-Slofstra
Uitgeverij: Kok Kampen, 2002
ISBN 90 435 0308 8
Pagina’s: 169
Prijs: € 14,90. Stel je voor dat je over een autoweg rijdt vanaf de plaats Puberteit naar de stad Volwassenheid, acht jaar verder. Je rijdt zonder dat je het weet op een groot ravijn af. Aan de kant van de weg zwaait een man met een rode vlag. Uit alle macht rem je en je hoort dat je -als je niets doet- de helling af zult storten. Als je goed uitkijkt, zul je een zijpad zien dat je eromheen leidt.
De Amerikaanse hoogleraar Dobson gebruikt dit voorbeeld om duidelijk te maken dat veel pubers in moeilijkheden komen. Hij wil de man met de rode vlag zijn en kinderen waarschuwen voordat ze aan de puberteit beginnen. Vandaar de jonge leeftijd waarop dit boek gelezen kan worden: vanaf tien jaar. Ook ouders zullen er hun voordeel mee kunnen doen. Al was het alleen maar om te begrijpen waarom hun kind in deze periode de afstand met sprongen vergroot. En waarom hij liever niet met ouders gezien wil worden in het bijzijn van vrienden.
Van Dobson zijn al diverse boeken in Nederland verschenen. Sommige passages van het nieuw vertaalde boek zijn ook te vinden in eerdere boeken, maar niet eerder richtte hij zich rechtstreeks tot kinderen. Hierin slaagt hij uitstekend. Als je dit boek ter hand neemt, is het alsof je een vaderlijk onderhoud hebt met iemand die je niet over heeft voor vervelende valkuilen. Vaak dreigen welgemeende adviezen belerend over te komen. Zo niet in dit boek, dat een positieve toon heeft. Hoe dat komt? Dobson laat veel van zichzelf zien. Hij vertelt vanuit zijn jeugdervaring en legt de vinger bij zijn eigen kwetsbaarheid. Het feit dat hij zich er niet voor schaamt dit nu breed te vertellen, laat ook zien dat heftige meeslepende emoties normaal zijn en dat je die ook weer te boven kunt komen. Ook de vele voorbeelden van anderen laten je zien hoe iemand denkt en voelt. En daar is een (pre)puber nieuwsgierig naar.
Maakbaarheid
De auteur behandelt vijf onderwerpen die een kind onderuit kunnen halen. Hij spreekt over het ravijn van minderwaardigheid, over het gevaar van gelijkvormigheid aan de groep, over de verwarring van lichamelijke veranderingen, over de betekenis van liefde en over emoties.
Zijn visie is ingebed in het christelijke geloof. Hij wijst in verwondering op alles wat God mooi en goed geschapen heeft. Dat de mens uniek geschapen is met sterke en zwakke kanten, betekent dat je naar Hem moet gaan met je vragen en je moeiten. Het is goed dat hij erop wijst dat je onveranderbare kenmerken van jezelf moet accepteren en dat je andere kunt verbeteren. Hier en daar gaat hij te veel uit van de maakbaarheid van het leven. „God zal je daarbij helpen!” Of: „Je ziet dat er ook succes op jou ligt te wachten, als je maar weet waar je moet kijken.” Of: „Zoek echte vrienden”, wat wel erg moeilijk is als dat juist je probleem is.
De kracht van Dobson is dat hij bespreekbaar maakt wat pubers overkomt. Degenen die niet voorbereid zijn op wat komen gaat, gaan makkelijk kopje onder en voelen zich ongelukkig. Niet alleen alle veranderingen zijn lastig, maar ook de omgeving kan keihard zijn. De voorbeelden van akelig pestgedrag spreken voor zich. Dobson steekt een hart onder de riem. Kijk, je bent niet de enige! Kijk om je heen en zie dat die en die ook niet zo zeker zijn van zichzelf. Let op hoe je bepaalde klippen kunt omzeilen.
De invloed van de groep zal groter worden. Dobson stelt met klem dat de druk van buitenaf je makkelijk meezuigt. Bepaal je eigen positie: wat wil ik wel en wat zeker niet. Je bent geen zwakkeling als je ”nee” zegt, maar je ontvangt uiteindelijk respect omdat je jezelf durft te zijn. Hij heeft duidelijke tips. Bijvoorbeeld: bepaal nu al dat je pas geslachtsgemeenschap wilt hebben als je getrouwd bent. Als je er pas over denkt als je straks in vuur en vlam staat, ben je waarschijnlijk te laat.
Verliefdheid
Liefde en verliefdheid komen via stellingen aan de orde. Dit is een goede kapstok om misverstanden over liefde te bespreken. Duidelijk komt naar voren dat liefde niet van de ene op de andere dag komt, dat ook liefde haar moeilijkheden moet overwinnen en dat je niet voor je twintigste moet trouwen. Waarom zo veel aandacht voor dit thema? De praktijk wijst uit dat veel huwelijken binnen een paar jaar stranden. En daar heeft hij niemand voor over. Dobson laat zien dat de beleving van allerlei indrukken in de puberteit veel sterker is. „Je pleziertjes zullen overweldigender zijn, je irritaties zullen verontrustender zijn en je frustraties zullen onverdraaglijk zijn. Elke ervaring zal op een uitvergroting lijken.” De troost hierbij? „Eigenlijk zijn wij allemaal jojo’s. Daarom kun je verwachten dat je na een emotioneel hoogtepunt ook weer afdaalt; en dat je na een dieptepunt ook weer zult stijgen.”
Een puber die grenzen aanvecht zijn ouders het leven zuur maakt, wordt door Dobson terechtgewezen op een liefdevolle manier die getuigt van kracht en gezag. Een bijzondere combinatie! Een jongere zal wel moeten erkennen dat hij geen onbeperkte vrijheden moet bevechten zolang hij nog niet alle verantwoordelijkheden aankan.
Het laatste deel van het boek is een weergave van een gesprek van Dobson met vier jongeren van vijftien en zestien jaar. Dit stuk doet eigenlijk nog een keer over wat in het voorgaande aan de orde is gesteld. Juist voor jongeren leuk om te merken dat hun leeftijdgenoten écht zo bezig zijn met de onderwerpen die aan de orde gesteld zijn.