Geknapte zeepbel
Het gaat te ver om Nina Brink alle schuld van het World Onlinedebacle in 2000 in de schoenen te schuiven. Maar schone handen heeft ze allerminst, zo blijkt uit een biografie van Eric Smit.
Het is 17 maart 2000. Op de Amsterdamse beurs krijgt internetbedrijf World Online een notering. De verwachtingen zijn hooggespannen. Heel Nederland kijkt mee. In de weken ervoor is iedereen in de ban geraakt van het snelgroeiende internetbedrijf. De beursgang lijkt een eenvoudige manier om snel geld te verdienen. De inschrijving op de aandelen World Online is maar liefst 21 keer overtekend.Als de gong luidt, verschijnt de openingskoers van 50,20 euro op de borden. Bestuursvoorzitter en boegbeeld Nina Brink steekt haar duimen omhoog. Maar in plaats van de verwachte koersexplosie, begint het aandeel na een korte opleving aan een gestage daling.
Het verval zet de dagen erop door, zeker als hardnekkige geruchten de ronde doen dat Brink vlak voor de beursgang haar aandelen met grote winst heeft verkocht. Dat getuigt van weinig vertrouwen in haar eigen bedrijf. ’s Lands toorn daalt op Brink neer en zij pakt uiteindelijk haar biezen. Duizenden beleggers moeten op de blaren zitten.
Het knappen van de zeepbel van World Online wordt wel gezien als het einde van de internethype. Vanaf dat moment maakt de „collectieve zinsbegoocheling door de nieuwe economie” plaats voor een gezond wantrouwen.
Wie het boek ”Nina, de onweerstaanbare opkomst van een power lady” leest, snapt achteraf niet dat hele volksstammen achteloos hun geld belegden in een bedrijf dat nog nooit winst had gemaakt. Ter illustratie de jaarcijfers van 2009: omzet 64 miljoen euro, nettoverlies 91 miljoen euro.
Bovendien kon de oprichter van World Online niet bogen op grootse prestaties. Weliswaar leidde ze diverse bedrijven, maar de behaalde successen kwamen veelal op een slinkse manier tot stand. Om over de managementstijl van Nina nog maar niet te spreken. Als een kleine dictator zette zij de lijnen uit. Wie haar tegensprak, stond al snel op straat. Dikwijls vergezeld met het nodige juridische wapengekletter. Haar bedrijven leken daardoor op een duiventil. Naar buiten toe wist ze de schone schijn op te houden, maar intern heerste de chaos.
Schrijver Eric Smit bewaart de beursgang tot het laatste hoofdstuk en houdt daarmee zijn lezers slim tot het einde toe in spanning. Toch bieden juist de eerdere hoofdstukken zicht op de persoon van Nina Brink. Ze wil rijk worden, en wel zo snel mogelijk. Als het moet ten koste van anderen. Zelfs twee huwelijken moeten eraan geloven. Gezien het uitgebreide notenapparaat lijkt weinig aan de fantasie van de schrijver te zijn ontsproten. Sterker, hij slaat Brink met haar eigen uitspraken in diverse media om de oren.
Smit schetst een weinig positief beeld van deze eigenzinnige ondernemer en het is daarom ook niet verrassend dat Nina Brink –inmiddels heet ze Nina Storms-Vleeschdraager– op zijn zachtst gezegd not amused was over de verschijning van de biografie over haar persoon. Ze probeerde via de rechter publicatie tegen te houden, maar ze verloor de strijd op alle fronten. Het boek lag inmiddels al in de winkel en bovendien wees de rechter vrijwel alle vorderingen van de hand.
Op de cover staat dan weliswaar ”ongeautoriseerd”, maar de schrijver kan zich met het ‘goedkeurend stempel’ van de rechter geen betere reclame wensen. Inmiddels gingen al enkele tienduizenden exemplaren van het vlotgeschreven boek over de toonbank.
Het boek komt tien jaar na de mislukte beursintroductie. Dat is rijkelijk laat. De conclusie dat de hoofdrolspeelster, ondanks het feit dat strafvervolging achterwege bleef, niet volledig vrijuit gaat in het beursdrama is niet nieuw. Maar de winst van het boek is dat het laat zien hoe makkelijk een hype kan ontstaan. Hoe makkelijk mensen achter een zonnekoning(in) aanlopen. Totdat de zeepbel knapt.
Nina. De onweerstaanbare opkomst van een power lady, Eric Smit; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 446 1465 7; 400 blz.; € 19,95.