Dat schrijven de betrokken organisaties, African Rights en Redress, in een maandag te publiceren rapport. Het landelijk parket van het Openbaar Ministerie (OM) zei zaterdag dat het op de hoogte is van de door de beide organisaties geleverde informatie. Voor het overige wil het niets over de kwestie kwijt. „Vanwege onderzoeks– en privacybelangen gaan wij niet in op individuele gevallen”, aldus een woordvoerder. Wel onderschrijft het OM de stelling dat Nederland geen veilige haven voor oorlogsmisdadigers mag zijn.Volgens African Rights en Redress speelde K. in 1994 een sleutelrol in de massaslachting onder Tutsi’s, de etnische minderheid in Rwanda. K. was destijds inlichtingenofficier. Hij zou massamoorden op touw hebben laten zetten in zijn geboorteplaats Mugina en later ook in de Rwandese hoofdstad Kigali. In Mugina zou K. verantwoordelijk zijn voor de moord op burgemeester Callixte Ndagijimana, op 21 april 1994. Een paar dagen later werden duizenden mensen vermoord.

De twee organisaties schrijven dat zij de Nederlandse autoriteiten in december 2007 hebben voorzien van een vertrouwelijk rapport, gebaseerd op reeksen getuigenverklaringen, waarin de misdaden van K. zijn beschreven. De Nederlandse justitie lijkt er evenwel niets mee te hebben gedaan, aldus de organisaties. Zij dringen alsnog aan op een onderzoek.

Tijdens de Rwandese genocide werden naar schatting 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord, Tot dusver is in Nederland één Rwandees, Joseph M., vervolgd voor betrokkenheid bij de genocide. Hij werd vorig jaar veroordeeld tot twintig jaar cel. Het hoger beroep in zijn zaak is nog gaande.