Opinie

Graaien en genieten, hoe dan ook

Je vrouw wordt invalide maar de verzekeraar doet moeilijk en weigert over de brug te komen. Je dient een claim in bij de rechtbank, je eis wordt ingewilligd en je wacht tot er wordt uitbetaald. Maar dat gebeurt niet.

tekst Jan van Klinken
23 April 2010 15:31Gewijzigd op 14 November 2020 10:24

Je meldt je op het kantoor van de verzekeringsmaatschappij, de Ohra, met de vraag wat het probleem is en je krijgt van de bedrijfsjurist te horen dat de tegenpartij in hoger beroep gaat. Hij weet op voorhand al wat de uitslag is. En inderdaad, de verzekeraar wordt door het hof in het gelijk gesteld.Je legt je niet neer bij de uitslag. Je doet wat speurwerk en stelt vast dat de meervoudige kamer van het hof wel heel curieus is samengesteld. De vicepresident blijkt lid te zijn van de arbitragecommissie van Ohra; een andere raadsheer is een oud-collega van de Ohrahuisadvocaat en de advocaat die voor Ohra optrad, is plaatsvervangend raadsheer bij het hof. Die stond dus voor de eigen collega’s te pleiten.

Het overkwam ene Henk Rem ruim vijftien jaar geleden en hij was zo geschokt dat hij samen met anderen besloot te onderzoeken of er meer van dit soort dwarsverbanden te vinden waren. Wat het geval was. Het leidde tot het rapport Integriteit Rechterlijke Macht (IRM). Er viel in te lezen dat rechters allerlei bijbaantjes hadden en dat daarop niet werd gelet bij het toewijzen van zaken. Zo kon het gebeuren dat magistraten, die onafhankelijk heetten te zijn, vlees van het eigen huis zaten te keuren.

Schrijnend was het voorbeeld van een ex-Kamerlid die commissaris was bij een grote onderneming die verwikkeld was geweest in een rechtszaak. Henk Rem en de zijnen ontdekten dat het ex-Kamerlid familie had bij het hof van Amsterdam dat uitspraak had gedaan in de zaak.

De toenmalige minister van Justitie Sorgdrager zag in het rapport aanleiding om onmiddellijk de nevenfuncties van rechters openbaar te maken. Tegenwoordig is die lijst ook via internet te raadplegen (namenlijst.rechtspraak.nl).

De onthullingen van Rem kwamen me in gedachten toen ik las over de zaak-Koos H. Deze drievoudige kindermoordenaar zit al twintig jaar in een tbs-kliniek en het ziet ernaar uit dat hij daar de rest van zijn leven moet blijven. De man is onverbeterlijk.

Indertijd volgde ik als verslaggever zijn berechting. Boven in zijn huis had hij een geluiddichte kamer waar hij zijn slachtoffers eerst martelde voordat hij ze om het leven bracht. Zelfs doorgewinterde rechtbankverslaggevers kregen er kippenvel van. Hoe kon iemand zo sadistisch zijn?

Verslaggever Peter de Vries wist gedaan te krijgen dat Koos H. in de tbs-kliniek zijn verhaal deed tegenover een oude jeugdvriend. Op verzoek van De Vries droeg de man stiekem opnameapparatuur bij zich. Over het uitzenden van de opnames ontstond de afgelopen weken een juridisch steekspel.

De Vries zond toch uit en zo kwam aan het licht dat Koos H. vaak kinderporno aan de voormalige vicepresident van de rechtbank in Den Haag had geleverd. Ook had hij twaalf jaar lang een homoseksuele relatie met deze rechter gehad. In ruil voor de seksuele diensten, die in de Haagse woning van de rechter werden verleend, zorgde de rechter ervoor dat Koos H. werd vrijgesproken van een gewapende overval.

Twee jaar later pleegde deze zijn eerste kindermoord. De magistraat diende zelfs een gratieverzoek voor hem in, dat gelukkig werd afgewezen.

Na zijn veroordeling kreeg Koos. H. naar eigen zeggen bezoek in zijn cel van een advocaat-generaal en twee agenten van de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Koos H. zegt onder druk te zijn gezet om de zaak in de doofpot te houden.

Rechters dienen onkreukbaar te zijn, net als notarissen. Toch lijkt het alsof ze steeds vaker in opspraak zijn. Begin jaren 80 kwam uit dat een Amsterdamse notaris samenwerkte met speculanten en de boel op grote schaal had opgelicht. Dat veroorzaakte toen grote deining. Een notaris die niet zuiver op de graat was, dat was ongehoord. De laatste tien jaar worden er aan de lopende band notarissen geschorst wegens dubieuze praktijken. Maar veel ophef veroorzaken die uitspraken niet meer. We zijn eraan gewend geraakt. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor maatregelen tegen rechters.

Nu ben ik niet van de school die geen enkele functionaris meer vertrouwt, die suggereert dat alle rechters en officieren van justitie bij voorbaat verdacht zijn, politici allemaal doortrapte zakkenvullers zijn en ambtenaren per definitie de eigen belangen dienen. Dat valt reuze mee, zeker als we dat vergelijken met andere landen. Dan hoef je nog niet eens zo ver buiten de grenzen te gaan.

Maar dat er iets aan de hand is, valt moeilijk te loochenen. Sinds de samenleving in de jaren 60 van de vorige eeuw van haar ankers is geraakt, heerst een graai- en genotcultuur. Dat graaien en genieten gaat desnoods ten koste van anderen en (dus) van de eigen integriteit. Geen enkele categorie of beroepsgroep lijkt eraan te ontsnappen. Niet die van bankdirecteuren en notarissen noch die van priesters en leden van de rechterlijke macht. Het is een ziekte die epidemische vormen heeft aangenomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer