Opinie

Nederland laat kansen liggen voor zonne-energie

Nederland moet zonne-energie subsidiëren, zoals andere Europese landen doen, stelt Edwin Koot. Anders komen straks Duitse en Belgische bedrijven Chinese zonnepanelen op onze daken installeren.

23 April 2010 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 10:24

In de afgelopen tien jaar voltrok zich in Duitland een nieuw wirtschaftswunder: er ontstond een duurzame miljardenindustrie en bijna 20 procent van de Duitse elektriciteit komt nu van duurzame bronnen. Bovendien werden windturbines en zonne­panelen, dankzij de grote productie­volumes, ieder jaar goedkoper.De Duitse regering kreeg dit voor elkaar door een even eenvoudige als doeltreffende maatregel: sinds 2000 krijgt iedere Duitser die een zonnepaneel of een windmolen plaatst, subsidie voor de elektriciteit die hij aan het net levert. Terwijl de meeste andere Europese landen in de afgelopen jaren een vergelijkbare regeling optuigden, koos de Nederlandse regering voor een meer behoudende subsidie­regeling.

Wat houdt Nederland eigenlijk tegen? Een veelgehoord argument is dat de zon te weinig schijnt in Nederland. Dit berust op de misverstanden dat een zonne­paneel alleen onder een onbewolkte hemel werkt en dat er in Nederland te weinig zonlicht is. Een rekenmachine met zonnecellen werkt echter ook als hij niet in de felle zon ligt. Bij benutting van daken, geluidsschermen en andere infrastructuur kan het Nederlandse elektriciteitsverbruik volledig worden gedekt met zonnepanelen, zonder weilanden vol te zetten.

De grootste uitdaging is nu om die zonne-energie goedkoper dan gas of kolen om te zetten in elektriciteit. Dit omslagpunt komt steeds dichterbij. Binnen tien jaar is het goedkoper om de elektriciteit uit een zonnepaneel op een Nederlands dak te gebruiken dan die uit een stopcontact. In Zuid-Italië, waar de zon vaker schijnt en de elektriciteit duurder is, wordt dit punt al binnen twee jaar bereikt.

Een ander argument dat van stal gehaald wordt, is dat subsidies lui maken. Wie subsidie krijgt, zou niet innoveren. Hiervoor heeft Duitsland een eenvoudige oplossing: de subsidies worden ieder jaar lager. De Duitse zonnepanelen­industrie, die ieder jaar meer cellen tegen lagere kosten produceert, is moeilijk lui te noemen.

Een laatste argument tegen subsidies is dat Nederland nu juist moet bezuinigen. De Duitse regeling drukt echter niet op de rijksbegroting, maar wordt doorberekend in de elektriciteitsrekening. Betalen de Duitsers zich dan blauw aan de groene ambities van hun regering? Integendeel. De elektriciteitsrekening van een gemiddeld Duits gezin werd tussen 2000 en 2009 ten gevolge van de groene energieheffing 30 euro duurder. In dezelfde periode steeg de elektriciteitsrekening met 300 euro ten gevolge van de toename van de prijs van fossiele brand­stoffen en belastingen.

Albert Heijn

Natuurlijk gaan er zo via de elektriciteitsrekeningen miljarden naar de zonne-energie-industrie, maar dit is een investering die vele banen oplevert en in de toekomst vele malen meer geld gaat opbrengen. Zonnepanelen hebben nog slechts enkele jaren subsidie nodig. Net als alle apparaten die met massaproductie wordt gemaakt, worden zonnepanelen namelijk steeds goedkoper. De eerste cd-speler kostte 5000 euro, vandaag koop je er een voor een paar tientjes. Als over enkele jaren zonnestroom van je eigen dak goedkoper is dan elektriciteit van het energiebedrijf zal de zonne-energiemarkt, zonder subsidie, exploderen. Nederlandse onder­nemers moeten klaar zijn voor die miljardenmarkt.

Hiermee kom ik op het belangrijkste argument voor een subsidie naar Duits model: ze schept een thuismarkt en stimuleert daarmee innovatie, ondernemerschap en creëert banen. Een groeiende thuismarkt is een cruciale voedingsbodem voor internationaal ondernemerschap. Gerard Philips begon in 1891 immers ook geen gloeilampenfabriek voor de buitenlandse markt. Albert Heijn opende zijn eerste filiaal ook niet in de Verenigde Staten.

Ten slotte heeft de Nederlandse regering het doel gesteld om in 2020 20 procent van onze energie­voorziening duurzaam op te wekken. Op dit moment is dat 3 procent. Zonder (tijdelijke) subsidies gaat het niet lukken om deze 20 procent te halen.

Als er de komende jaren in Nederland geen bloeiende zonne-energie-ondernemingen ontstaan –Duitsland heeft er 15.000–, komen straks, wanneer zonne-energie zonder subsidie kan, Duitse en Belgische bedrijven Chinese zonnepanelen op onze daken installeren. Mocht over tien jaar de Sahara vol worden gezet, dan worden Nederlandse bedrijven niet gevraagd, omdat ze niet voldoende ervaring en omvang hebben.

Heel Europa subsidieert naar Duits model. In heel Europa bloeien ondernemingen in zonne-energie. De vraag waar het kabinet-Balkenende V of Cohen I deze zomer voor staat is: laat het Nederlandse bedrijven meedoen of niet?

De auteur is directeur van Solarplaza, dat donderdag de conferentie ”The Solar Future” belegde over zonne-energie in Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer