Drentse zelfdodingsconsulent niet terug naar cel
Voor de rechtbank in Groningen is donderdag een celstraf van driehonderd dagen, waarvan 250 voorwaardelijk, geëist tegen zelfdodingconsulent W.M.(Muns) uit Drenthe, wegens het verlenen van hulp bij zelfdoding van een bejaarde vrouw.
De officier zei een voorwaardelijke straf met een proeftijd van twee jaar voldoende te vinden, mede omdat M. al vijftig dagen in de cel heeft gezeten. Volgens de officier heeft M. bij de zelfdoding van de vrouw onvoorzichtig en onzorgvuldig gehandeld.
M. is een van de consulenten van Stichting De Einder, een landelijke instelling die advies geeft aan mensen die zelfdoding overwegen. Het geven van advies over zelfdoding is legaal, medewerking echter niet. De uitspraak over twee weken kan jurisprudentie opleveren die tot dusverre niet bestaat. Het ging in Groningen om een nadere behandeling van de zaak die in 2002 reeds tweemaal voor de rechtbank in Groningen en vervolgens in hoger beroep voor het hof in Leeuwarden diende.
De kwestie zorgde vorig jaar ook buiten de rechtbank voor grote beroering. De zaak draait rondom de bij de eerdere zittingen nog altijd niet beantwoorde vraag of de Drent te ver is gegaan bij zijn vermeende assistentie bij de zelfverkozen dood van de 81-jarige vrouw. Hij stelt dat slechts sprake is geweest van advies bij zelfdoding, maar het mogelijk assisteren bij het aanbrengen van een zak over het hoofd van de vrouw zou toch strafbaar kunnen blijken wanneer dit als een bewijs van hulp wordt gezien door de rechter.
Tegen de consulent was in 2002 een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist van driehonderd dagen. Tot de uitvoering hiervan is het niet gekomen. De rechtbank oordeelde toen dat het OM niet ontvankelijk was wegens schending van het gelijkheidsbeginsel.
Het OM spande hierop hoger beroep aan voor het hof in Leeuwarden. Het hof verwees de kwestie vervolgens terug naar de rechtbank in Groningen om de zaak over te doen.