APS: Driekwart van de scholen laat kansen liggen
Dit is een origineel persbericht.
Prestatiegerichte aanpak helpt onderwijs te verbeteren
De Onderwijsinspectie ziet dat het aantal zeer zwakke en zwakke scholen in bijna alle onderwijssoorten afneemt. Maar nog steeds gaan zo’n 145.000 leerlingen naar zwakke en zeer zwakke scholen; deze kinderen krijgen niet het onderwijs dat ze nodig hebben. Volgens de inspectie is in alle sectoren veel ruimte voor verbetering. Zo werkt driekwart van de basisscholen onvoldoende prestatiegericht voor rekenen en wiskunde, terwijl bewezen is dat dit helpt om leerlingen beter te laten presteren. Dit schrijft de inspectie in het jaarlijkse Onderwijsverslag, dat vandaag verschijnt.
Slechts een kwart van de basisscholen werkt voor rekenen en wiskunde prestatiegericht (ook wel opbrengstgericht genoemd). Deze scholen stellen duidelijke doelen voor alle leerlingen, analyseren problemen van leerlingen die de doelen niet halen en slagen er vaak in die te verhelpen door goede zorg. Leraren op scholen die prestatiegericht werken, hebben in hun lessen duidelijk voor ogen wat ze hun klas moeten leren en stemmen hun onderwijs effectief af op de verschillen tussen leerlingen. Deze scholen kijken jaarlijks kritisch hoe alle groepen presteren en verbeteren zich snel als prestaties tegenvallen.
Zelfreflectie van scholen nodig
De inspectie ziet nog te vaak dat zwakke en zeer zwakke scholen de oorzaak van slechte prestaties niet bij zichzelf zoeken, maar ten onrechte bij de leerlingen leggen. Scholen zouden kritisch naar zichzelf moeten kijken en zich vergelijken met andere scholen. Daarom pleit de inspectie voor de invoering van verplichte toetsen op verschillende momenten in de schoolloopbaan van leerlingen. Toetsen zouden niet alleen moeten meten of leerlingen een bepaald niveau halen, maar ook hoe ver ze boven of onder dat niveau zitten. Deze gegevens zijn onmisbaar voor verbeteringen op leerling-, klas-, school- en stelselniveau.
Achterstandsleerlingen ontberen vaak goed onderwijs
De zwakke en zeer zwakke scholen bevinden zich vooral in het noorden van het land en in de vier grote steden. Leerlingen op deze scholen komen vaker uit autochtone of allochtone achterstandsgroepen en hebben goed onderwijs juist hard nodig voor hun ontwikkeling. Als de inspectie een school zwak of zeer zwak noemt, betekent het dat de prestaties langere tijd ver onder het gemiddelde niveau van scholen met vergelijkbare leerlingen liggen.
De inspectie vindt dat besturen, scholen en leraren de risico’s en tekortkomingen in het onderwijs voortvarender moeten aanpakken. Het ministerie en de sectororganisaties hebben initiatieven genomen om deze scholen te helpen. Ervaringen van de inspectie met zeer zwakke scholen laten zien dat krachtige maatregelen van besturen in korte tijd grote verbeteringen kunnen opleveren.
Naleven van regels verdient aandacht
Voor de kwaliteit van het onderwijs is het van belang dat scholen en besturen de wet- en regelgeving naleven. Leerlingen hebben recht op voldoende onderwijstijd; leerlingen op scholen die voldoende onderwijstijd realiseren halen betere resultaten. Uit onderzoek van de inspectie blijkt dat twee derde van de scholen in het voortgezet onderwijs zich houdt aan de huidige urennorm, in het mbo is dat 83 procent. Dit is een verbetering ten opzichte van voorgaande jaren, maar de inspectie vindt dat alle scholen en opleidingen de volledige onderwijstijd moeten benutten.
Veel scholen leven de regelgeving rond leerlingenzorg onvoldoende na. Wettelijk verplichte handelingsplannen voor rugzakleerlingen of leerlingen met leerwegondersteuning ontbreken op de helft van de middelbare scholen. Scholen omschrijven niet goed wat ze willen bereiken met een leerling, hoe ze dit gaan doen en of ze het hebben bereikt. Een ander probleem is dat de handtekening van de ouders vaak niet op een handelingsplan staat. Het is dan niet duidelijk of scholen wel met ouders hebben overlegd, zoals de bedoeling is.
Als regelgeving complex of niet helder is, verwacht de inspectie dat het onderwijsveld en sectororganisaties het initiatief nemen om in gesprek te gaan met de overheid. Naleving van de regels heeft immers het meeste effect als wetten en regels begrijpelijk zijn en op draagvlak kunnen rekenen. Waar nodig wijst de inspectie op onvolkomenheden in de regelgeving.
Verbeteringen in onderwijs blijven nodig
Het aantal zwakke en zeer zwakke scholen neemt af. Feit blijft dat alle leerlingen goed onderwijs verdienen. Toch komen er nog steeds zwakke en zeer zwakke scholen bij. Mede daarom is het van belang dat besturen, scholen en leraren blijvend aan de kwaliteit van het onderwijs werken. Ook lerarenopleidingen zijn van plan de aandacht voor prestatiegericht werken te vergroten. Over enkele jaren is duidelijk of deze inspanningen leiden tot hogere prestaties in het Nederlandse onderwijs.
Het Onderwijsverslag 2008/2009 is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met:
088- 669 68 20 (persvoorlichting),
06- 52 35 43 65 (Melanie Cramer),
06 - 52 35 43 52 (Jan-Willem Swane) of
via persvoorlichting@owinsp.nl.
Dit is een origineel persbericht.
ANP Pers Support, het ANP is niet verantwoordelijk voor de inhoud van bovenstaand bericht.
ANP Pers Support is een joint venture van het ANP en PR Newswire.