Overleg onderwijs-CAO gestrand
Minister Van der Hoeven van Onderwijs en de onderwijsbonden zijn er niet in geslaagd tot overeenstemming te komen over de onderwijs-CAO.
Dat hebben de AOb en de onderwijsbond CNV woensdag duidelijk gemaakt.
De huidige CAO liep op 1 februari af. De bonden eisten een loonsverhoging van 2,3 procent voor de ongeveer 290.000 medewerkers van middelbare scholen en basisscholen. Van der Hoeven wilde niet verder gaan dan 2,2 procent, zei bestuurder G. Stemerding van de onderwijsbond AOb. „Het lijkt alsof er sprake is van politieke onwil om het probleem aan te pakken.”
De bonden hebben de indruk dat er wel geld voor is, maar dat het ministerie van Financiën dwarsligt. In het najaar spraken kabinet en sociale partners af dat de lonen dit jaar met maximaal 2,5 procent mogen stijgen met het oog op de slechte economische situatie en de oplopende werkloosheid. „Nu komen ze met een fictief inflatiecijfer van 2 procent. Maar wij gaan niet door de knieën voor een percentage waar de honden geen brood van lusten.”
De onderwijsbonden vinden het schrijnend dat rijks- en provincieambtenaren dat percentage wel krijgen en onderwijspersoneel niet. „Het onderwijs begon net weer een interessante tak te worden door de resultaten van de vorige CAO. Dat wordt nu weer tenietgedaan”, aldus Stemerding.
Van der Hoeven laat via haar woordvoerster weten het „ongelooflijk jammer” te vinden dat de onderhandelingen in een impasse zitten. Volgens haar was er „redelijke vooruitgang geboekt.”
Er zou een grote mate van overeenstemming zijn over extra beloning voor leerkrachten in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en het creëren van reguliere banen voor ondersteunend personeel. De minister constateert dat het overleg is vastgelopen op het loonbod en de eindejaarsuitkering.
De bonden wachten nu op een uitnodiging van de minister om de onderhandelingen te hervatten. „Maar dat heeft alleen zin als de financiële ruimte groter is”, lieten ze weten.