Vleugje conservatisme in verkiezingsprogramma SGP
„Met enige creativiteit” kan de SGP worden betiteld als christelijk-conservatief, aldus internetencyclopedie Wikipedia. Het maandag gepresenteerde verkiezingsprogramma biedt inderdaad meer grond voor die kwalificatie dan ooit. Maar leidt het ook tot een andere politieke plaatsbepaling?
De termen ”conservatisme” en ”christelijk-conservatisme” komen niet rechtstreeks in het programma voor, zoals dat bijvoorbeeld wel het geval is in het beginselmanifest ”Kernideeën” van de SGP-jongeren. Wel omschrijft de SGP haar gedachtegoed met een equivalent: christelijk-historisch.Verder laat de SGP zich van haar conservatieve kant zien met een pleidooi voor de christelijke traditie. „Als de SGP ergens voor staat en voor gaat, is het wel dáárvoor.” Omdat, schrijft de partij, die traditie haar „waarde in het verleden overtuigend heeft bewezen. En waarom zouden we niet putten uit de gerijpte ervaring en door vorige generaties opgedane wijsheid uit het verleden?”
Conservatief aan het SGP-program is ook de visie op scholen: het zijn geen leerfabrieken, maar opvoedinstituties waar niet alleen kennis, maar ook cultuur en omgangsvormen worden overgedragen.
Herkenbaar voor conservatieven is daarnaast de nadruk die de SGP legt op de beperkte rol van de staat. Die heeft volgens de staatkundig gereformeerden slechts beperkte mogelijkheden en bevoegdheden. Een volk laat zich niet, of maar in beperkte mate, dwingen door wetten en regels, aldus de partij. De staat dient zich te richten op zijn kerntaken („het bevorderen van vrede en veiligheid en het garant staan voor goed werkende basisvoorzieningen, inclusief een sociaal vangnet voor hen die zichzelf echt niet kunnen helpen”). Veel taken kan de staat „gerust” overlaten aan burgers zelf, organisaties, kerken en andere instellingen.
Smullen zullen conservatieven ook van de passage over de overheid als schild voor de zwakken. De zorg voor mensen in nood is, constateert de SGP, „gaandeweg overgenomen door Vadertje Staat.” Een herwaardering van wat kerken en particuliere organisaties op dat terrein kunnen doen, acht de partij „meer dan gewenst. Zij, en ook heel veel vrijwilligers, zijn het cement van de samenleving.”
Traditie
Hoewel een conservatieve basis onder SGP-verkiezingsprogramma’s nooit heeft ontbroken –de partij is immers geen links-progressieve club– zijn de aangehaalde conservatieve uitgangspunten dit keer sterker onder woorden gebracht dan vier jaar geleden. In het vorige verkiezingsprogramma komt het woord ”traditie” bijvoorbeeld niet voor; in het huidige zeven keer.
Het aankweken van goede omgangsvormen en verantwoordelijkheidsbesef werd vier jaar terug ook als taak van scholen gezien, maar de expliciete nadruk op cultuuroverdracht ontbrak. Een uitgebreidere rol van kerken bij de zorg voor de medemens werd niet zo onomwonden bepleit als nu.
De opvallend conservatieve toonzetting van het nieuwe verkiezingsprogramma is wellicht het resultaat van de recent opgebloeide belangstelling voor conservatisme in christelijke kring. In de achterban van de SGP, en niet het minst bij de SGP-jongeren, slaat het zeer aan. De christelijk-conservatieve achtergrond van auteurs als fractievoorlichter Menno de Bruyne en SGP-jeugdwerkadviseur Dirk-Jan Nijsink kan er ook een verklaring voor zijn.
Tot een andere politieke plaatsbepaling leidt de uitgesproken conservatieve toon niet. De concrete politieke doorvertaling van de uitgangspunten leidt niet tot andere voorstellen dan vier jaar geleden. Dat zou ook niet van de SGP te verwachten zijn geweest. De partij wil, als gezegd, in de christelijke traditie blijven staan. En niet alleen omdat die zijn waarde in het verleden „overtuigend heeft bewezen”, maar ook –en volgens de partij „niet minder belangrijk”– omdat „het christelijk geloof ook nú nog veel goeds te bieden heeft.”