Evangelisch Werkverband presenteert manifest
Het Evangelisch Werkverband (EW) zoekt geestelijke vernieuwing voor de kerk, maar ziet ook geestelijke vernieling. „Er is zorg over een kerk, die niet kan of durft aangeven waar de grenzen zijn van haar belijden.”
Dat stelt het EW in een Evangelisch Manifest dat zaterdag in Voorthuizen door EW-voorzitter ds. Hans Esbach aan de synodepreses van de PKN, ds. P. Verhoeff, werd aangeboden.Ongeveer 1500 bezoekers woonden zaterdag het Vernieuwingsfestival in Voorthuizen bij naar aanleiding van het 15-jarig bestaan van het EW. Onder het motto ”Eerste liefde” was er een variëteit van activiteiten en workshops.
Het bijna twintig pagina’s tellende ”Evangelisch Manifest” roept op om de moed te hebben om duidelijke standpunten in te nemen, gebaseerd op de Heilige Schrift. De kerk moet de durf hebben om te doen wat ze in haar kerkorde zegt: „Christusbelijdende kerk te zijn, die weert wat haar belijden weerspreekt.” „Het kan niet bestaan dat binnen onze kerk het bestaan van God ontkend kan worden of New Ageleringen getolereerd worden. Als de kerk met duizend monden wil spreken, zal de praktijk zijn dat ze niets meer te zeggen heeft. Ze maakt zich belachelijk als ze niet durft staan voor haar Heer en haar belijden. Daarom dient de kerk vanuit de Heilige Schrift Christus te verkondigen als de gekruisigde en opgestane Heer van de kerk, van ons leven en van onze samenleving.”
Het manifest roept op om meer ruimte te geven aan evangelisch getinte predikanten binnen de PKN, gezien het toenemende aantal uit deze richting. „Het aantal theologiestudenten dat affiniteit heeft met de evangelische beweging overschrijdt vele malen het aantal docenten dat hier affiniteit mee heeft. Daarom zal binnen de PThU in haar aannamebeleid gewerkt moeten worden aan een betere weerspiegeling van wat men noemt de breedte van de kerk.”
Ook moet de PKN het mogelijk maken om naast de geografische wijkgemeenten ook missionaire en doelgroepgerichte gemeenten op te richten. In de kerkorde moet er alle ruimte zijn aan diversiteit binnen de bestaande vormen van kerk-zijn. Verder uit het EW als wens om het priesterschap van alle gelovigen gestalte te geven in „een veel meer gavengerichte benadering van de gemeenteopbouw dan vanuit een strikte ambtstheologie.”
Het EW wil als evangelische beweging in Nederland ook kritisch naar zichzelf kijken en zijn tekortkomingen belijden. „De evangelische beweging heeft veel van haar vuur en missionair elan verloren. Hoe zit het met onze eerste liefde? Ook in de evangelicale theologie staat het Schriftgezag soms ter discussie.”
De evangelische beweging heeft „de neiging om op te gaan in een leuke, eigentijdse manier van kerk-zijn. Het mag ons echter om veel meer gaan: we mogen nu al proeven van de krachten van de toekomende eeuw. De Heilige Geest is ons als eerstelinggave geschonken van de erfenis die ons wacht. Nu al mogen we kerk zijn in de kracht van de Heilige Geest.”
Vernieuwing
Het EW is geboren uit het verlangen naar vernieuwing. Die vernieuwing is er gekomen, vindt ds. Verhoeff. „De kerk heeft een missionaire omslag meegemaakt en is de verlegenheid voorbij. Kerk-zijn ís missionair zijn. Daar zijn we het over eens geworden. Maar het is ook een kerk waar niet alles hetzelfde smaakt. Jullie pleidooi voor modaliteitsgemeenten past daar naadloos bij.” Ds. Esbach stelde dat hij de kerk de afgelopen vijftien jaar heeft zien veranderen. „We begonnen met proeftuingemeenten, die velen onzinnig vonden. Nu zijn er 15.000 mensen bijeen in groeigroepen.”