Prof. Baars: Belevingscultuur biedt kansen
De huidige belevingscultuur biedt de reformatorische kerken kansen, vindt prof. dr. A. Baars.
De hoogleraar ambtelijke vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn sprak donderdag in Putten tijdens de jaarlijkse conferentie van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG). Het onderwerp van de matig bezochte conferentie was: ”Bijbelse bevinding in de belevingscultuur”.Prof. Baars zei dat de huidige belevingscultuur de kerken zowel bedreigingen als kansen geeft. Er is volgens hem een uitdaging op pastoraal gebied. „Als onder invloed van het modernisme en het postmodernisme de invloed van de woordcultuur drastisch is afgenomen en de beeldcultuur krachtig opkomt, zal men zich erop moeten toeleggen de oude boodschap beeldend te vertolken. Dat betekent niet dat men onmiddellijk zijn toevlucht moet nemen tot de nieuwste visuele middelen bij de prediking. Het houdt wel in dat men in de verkondiging beelden gebruikt die aansluiten bij de belevingswereld van de hoorders van vandaag.”
Een andere kans ziet de hoogleraar op missionair gebied. „Bij veel mensen wordt achter het bonte palet van emoties een diep en hoogst existentieel verlangen naar zin zichtbaar. Ook de postmoderne mensen zoeken en tasten naar een diepere betekenis in de vele dwingende en chaotische ervaringen die op hen afkomen. De kerk mag laten zien dat zij een rijker leven en een diepere beleving te bieden heeft dan deze cultuur, namelijk een leven in de verborgen omgang met God.”
Als derde uitdaging noemde hij de persoon van de prediker die het Evangelie op een echte, doorleefde en authentieke manier dient te brengen. Hij verwees naar de bekende, „sterk emotioneel geladen” woorden van Paulus in 2 Korinthe 5: „Wij bidden u van Christus wege: laat u met God verzoenen…” Als gevaren voor de Bijbels-reformatorische prediking noemde hij het verheffen tot norm van emoties, het sterk gefocust zijn op het hier en nu en het principieel niet openstaan voor de stem van God.
Prof. Baars waarschuwde dat gereformeerde bevinding kan ontsporen. Hij wees op de latere fase van de Nadere Reformatie, toen „alle aandacht werd gevestigd op de innerlijke roerselen, de bevindingen van de gelovigen.” Als voorbeeld van een dergelijke bevinding noemde hij een boek van Johannes Verschuir (1680-1737). Hier wordt „de bevinding gesystematiseerd tot een bevindelijke heilsweg.”
Deze lijn komt nog sterker uit in het gezelschapsleven in de negentiende en twintigste eeuw, aldus de hoogleraar. „Daar dreigt soms meer gezag te worden toegekend aan ‘wat Gods volk leert’ dan aan het eenvoudige beroep op de Schriften. Ook de uitleg van de Schriften wordt hier nogal eens beheerst door ”de bevinding der heiligen”. Het zal duidelijk zijn dat deze visie nogal wat invloed heeft gehad op de spiritualiteit en de prediking in de verschillende afgescheiden kerken en ook sporen getrokken heeft in delen van de Nederlands Hervormde Kerk. Het is een erfenis die een deel van de gereformeerde gezindte tot in onze tijd toe meedraagt.”
Prof. dr. R. Kuiper, verbonden aan het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken in Zwolle, zag ook twee kanten aan de belevingscultuur. Hij waardeert „een oprecht verlangen naar verbinding, nabijheid, gemeenschap, verzoening, eenheid en heelheid.”
Het Eerste Kamerlid voor de ChristenUnie wees erop dat ook in kerken een zoektocht naar collectieve ervaringen gaande is. „Die wordt gevonden in de intimiteit van de gebedsgroep, de solidariteit van mannendagen, de praktische gezamenlijkheid in diaconale projecten en het meedoen aan de vastentijd of gebedsontbijten in de vroege ochtend. Hieronder schuilen verlangens naar nieuwe vormen van christen-zijn die verkend worden in onze tijd. Hieraan heeft de kerk wel degelijk een boodschap.”