Red het onderwijs: stem met overtuiging
Langetermijndenken is er in de politiek veelal niet bij. Maar over onderwijs doen de politieke partijen uitspraken die verder reiken dan de komende vier jaar. Tussen die uitspraken zijn veel overeenkomsten, maar ook radicale verschillen. Men vindt dat er de komende jaren flink moet worden bezuinigd, maar het onderwijs wil men daarvan zo veel mogelijk vrijwaren.
Alle partijen zien het belang in van kwalitatief goed onderwijs voor de toekomst van ons land. D66 is hierin het meest uitgesproken en wil fors investeren: „Onderwijs is absolute topprioriteit. Het is de motor van de samenleving. Onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van hun onderwijs.” Daar kan ik mij prima in vinden, al vind ik het woord topprioriteit in dit programma wat zwaar aangezet.Heel goed is ook: „Leraren worden onvoldoende op waarde geschat. Daardoor kampen we met een tekort aan goede docenten.” Helaas is dit maar al te waar, maar aan de oorzaken voor die onderwaardering gaat men voorbij. Begon de devaluatie van gezag thuis en op school niet aan het eind van de jaren zestig? Wie deden daar ook alweer het hardst aan mee? Welke partij schopte letterlijk veel heilige huisjes omver?
Akten
Naast het CDA en de CU vindt ook de VVD „dat het lerarenvak in ere moet worden hersteld; er moet weer worden ingevoerd dat leraren via studie in deeltijd ‘akten’ behalen die hun verdere onderwijsbevoegdheden verschaffen.” Dat lijkt me erg schools, maar in ieder geval is aan het regelmatig opfrissen van kennis niet te ontkomen. De maatschappij verandert razendsnel.
De toegankelijkheid tot het hoger onderwijs staat onder druk – vooral om financiële redenen. VVD, D66 en PvdA willen de basisbeurs afschaffen; ook de CU wil morrelen aan de studiefinanciering.
Maar de SP meent dat „een opleiding zonder studiefinanciering weer een voorrecht voor de rijken wordt.” Volgens de SP zou uit onderzoek blijken dat ten minste een op de drie jongeren niet meer gaat studeren als de basisbeurs wordt afgeschaft. De SGP wil de hoogte van de studiebeurs afhankelijk maken van het aantal kinderen in een gezin.
Het CDA wil dat de studiefinanciering blijft bestaan; maar wel zal van studenten die langer over hun studie doen een hoger collegegeld gevraagd worden. Ik meen dat er in Nederland best wat meer financiële prikkels mogen worden ingevoerd om goede studieresultaten te bereiken.
De CU vindt dat er in het hoger onderwijs meer aandacht moet worden besteed aan waarden en normen. Het is de enige partij die hiervoor concreet aandacht vraagt. Kennelijk wordt snel vergeten dat –volgens een vorig jaar verschenen rapport van KPMG– in de voorbije twee jaar liefst 40 procent van veelbelovende jonge medewerkers werd ontslagen omdat zij waren gespeend van enig besef van normen en waarden. Het rapport vermeldde dat men in dit verband een belangrijke rol ziet weggelegd voor hbo’s en universiteiten.
Dictatuur
Van groot belang is echter wélke waarden en normen men hanteert. Neutraal onderwijs bestaat niet – ook al vinden niet-christelijke partijen dat het wel zo is. De door een docent gehanteerde normen en waarden worden overigens meestal niet expliciet gemaakt.
In het moderne denken ontkent men dat er een universele basis bestaat voor goed en kwaad. Bij meerderheid moet men maar beslissen welke morele waarden van belang zijn en welke niet. Dat kan uiteindelijk tot dictatuur van die meerderheid en tot willekeur leiden.
De apologeet en schrijver C. S. Lewis had hier al een scherp oog voor. Hij constateerde dat in het meeste onderwijs vooral de subjectieve mening van de docent naar voren komt. Hij liet zien dat morele waarden voor alle mensen en alle tijden gelden.
Ook de Bijbel laat dit kristalhelder zien. De apostel Paulus schrijft in het eerste hoofdstuk van zijn brief aan de Romeinen dat het besef van goed en kwaad zelfs is ingeschapen.
Het CDA „hecht aan de vrijheid van onderwijs en de vrijheid om een school te kiezen naar eigen voorkeur en overtuiging. Ouders kiezen vaak voor bijzonder onderwijs vanwege de kwaliteit.”
De VVD vindt „dat leerlingenvervoer voor kinderen die op geloofsgronden aanspraak maken op bekostigd vervoer van huis naar school moet worden afgeschaft; geloof is een keuze, een handicap niet.” Daar zit wel iets in; als ouders maar niet het recht wordt ontzegd te kiezen voor een christelijke school. De vrijheid van onderwijs wordt steeds meer betwist.
Artikel 23
Het verkiezingsprogramma van D66 is daarin klip-en-klaar. „D66 vindt het huidige artikel 23 van de Grondwet (over de vrijheid van onderwijs) op termijn niet houdbaar. D66 wil dat scholen niet langer kinderen mogen weigeren vanwege hun geloof of achtergrond. Streng religieuze scholen mogen vrijzinniger leerlingen en leraren niet weigeren.”
Hoe langer hoe meer gaan anderen zich bemoeien met de christelijke normen en waarden in school en gezin. Na jaren paars regeringsbeleid is het christelijke onderwijs het volgende bolwerk dat moet worden geslecht. Een coalitie van D66 met een christelijke partij is dus alleen al hierom uitgesloten. Reden om straks met overtuiging te gaan kiezen.
De auteur is emeritus hoogleraar medische informatica en oud-rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam.Reageren aan scribent?goedbekeken@refdag.nl