Binnenland

„Heropenen strafzaak toevalstreffer”

Wie in Nederland een afgesloten strafzaak heropend wil krijgen, is te veel afhankelijk van het toeval.

Binnenlandredactie
14 April 2010 18:08Gewijzigd op 14 November 2020 10:20

Dat stelt emeritus-hoogleraar wetenschapsfilosofie dr. A. A. Derksen, auteur van het boek ”Lucia de B.: reconstructie van een gerechtelijke dwaling”.Veel van de inzichten die Derksen in dit boek aandraagt, speelden een rol bij het herzieningsbesluit in de zaak De B. Zo onderschreven getuigendeskundigen die voor de herziening werden ingeschakeld zijn conclusie dat er alle reden is om aan te nemen dat de patiënten die De B. zou hebben vermoord een natuurlijke dood gestorven zijn.

Ook het hof Arnhem deed dat uiteindelijk.

Het laten overdoen van een afgesloten strafzaak is de verantwoordelijkheid van de Hoge Raad. Van doorslaggevend belang is dat er na de definitieve veroordeling van de verdachte een zogeheten novum opduikt; een nieuwe feitelijke omstandigheid die vermoedelijk tot vrijspraak zou hebben geleid als de rechters er tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak weet van hadden gehad.

Na de veroordeling van De B. ontstond vooral discussie over de doodsoorzaak van een patiëntje van zes maanden. Door de dood van deze baby in 2001 kwam De B. voor het eerst als verdachte in beeld. Alle rechters die zich in eerste instantie over de zaak De B. bogen, achtten bewezen dat zij het kind had vergiftigd met digoxine. Derksen benadrukte in zijn boek ondermeer dat zelfs de hoogste in haar bloed gemeten digoxinewaarde nog mijlenver lag onder de drempel waarbij volgens internationale deskundigen sprake is van digoxinevergiftiging.

De Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS) waar Derksen de zaak De B. voordroeg constateerde dat de rechter op dit punt te snel voorbijging aan de verschillende opvattingen van deskundigen. Deze commissie adviseert de top van het openbaar ministerie over het heropenen van afgesloten strafzaken.

Het rapport van de CEAS overtuigde de advocaat-generaal bij de Hoge Raad nog niet, maar deze ging wel overstag toen een door hem ingeschakelde deskundige in iets andere bewoordingen de conclusies van Derksen en de CEAS herhaalde en uitbreidde. Derksen: „In het uiteindelijke herzieningsbevel voert de Hoge Raad als reden aan dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, maar de exacte invulling daarvan blijft vaag.”

Volgens Derksen is de vraag of er in juridische zin sprake is van een novum van ondergeschikt belang. „Belangrijker is de vraag of er goede argumenten zijn om te veronderstellen dat rechters een fout hebben gemaakt. Hij vindt het onbegrijpelijk dat De B. na de eerste herzieningsaanvraag vier jaar op het hernieuwde oordeel moest wachten. „Als we met elkaar erkennen dat onze rechtspraak feilbaar is, moeten we een rechtssysteem hebben dat fouten tijdig redresseert. Niet na vier jaar zeggen: Nou ja, we zaten fout.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer