Onderscheidingen voor militairen Afghanistan
Vijftien Nederlandse militairen hebben woensdag in Den Haag een onderscheiding ontvangen wegens individuele heldendaden in Afghanistan. Ze ontvingen het Bronzen Kruis of het Kruis van Verdienste. Vijf kregen hun dapperheidsmedaille achter gesloten deuren: hun functies bij het Korps Commandotroepen of het Korps Mariniers staan geen publieke bekendheid toe.
De tien anderen werden openlijk in het zonnetje gezet tijdens een grootse ceremonie op het Plein in Den Haag, bij de regerings- en parlementsgebouwen en het ministerie van Defensie, onder het toeziend oog van de in brons gegoten Vader des Vaderlands Willem van Oranje en verder dragers van de Militaire Willemsorde en tientallen burgers op de terrasjes.Het Bronzen Kruis werd in 1940 door koningin Wilhelmina in Londen ingesteld. Het viel woensdag onder meer te beurt aan korporaal Ruud van Dijken, die in 2008 een collega uit een door een bermbom getroffen, brandend en exploderend voertuig haalde. Soldaat der eerste klasse Jos ten Brinke overleefde zijn verwondingen helaas niet. „Je handelt op zo’n moment toch deels in een reflex”, aldus het bescheiden commentaar van Van Dijken over zijn heldendaad.
Het Kruis van Verdienste is ook een onderscheiding die koningin Wilhelmina in de oorlogsjaren in het leven riep. Sergeant Peter Koole, die Ruud van Dijken hielp bij de reddingspoging voor Ten Brinke, kreeg woensdag deze onderscheiding. Hij wist naderhand ook nog een voor zijn eenheid essentieel uitrustingsstuk veilig te stellen uit hetzelfde voertuig. Hij is wel blij met de onderscheiding, maar „het liefst waren we met z’n allen heelhuids teruggekomen”. Ten Brinke werd woensdag bij de plechtigheid in herinnering geroepen.
Van Dijken, Koole en de anderen kregen hun onderscheiding uit handen van demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop. De bewindsman zei dat de decorandi weliswaar dapper waren als onderdeel van hun werk, maar dat de lat in dat werk hoog ligt en dat de gedecoreerden ’stevig over die lat heen zijn gegaan’.