Broer Fortuyn krijgt bekentenis Van der G.
De raadkamer van de rechtbank in Amsterdam heeft dinsdag bepaald dat Marten Fortuyn, broer van de vermoorde politicus Pim Fortuyn, een afschrift van de door Volkert van der G. afgelegde verklaring mag ontvangen.
Volgens de rechtbank heeft Marten Fortuyn belang bij de ontvangst van de verklaring. Hij moet als benadeelde partij kunnen kiezen of hij de schade op de verdachte wil verhalen en zo ja, op welke manier hij dat wil.
Ook kan Van der G.’s verklaring dusdanige emoties teweegbrengen dat Marten Fortuyn er als benadeelde partij voor moet kunnen kiezen of hij zijn ingediende geldvordering wel of niet mondeling zal toelichten tijdens het proces, aldus de rechtbank.
De rechtbank wees de bezwaren van de officier van justitie tegen afgifte van de verklaring af. Naast Marten Fortuyn hadden ook twee zussen en broer Simon om afgifte van Van der G.’s verklaring gevraagd. Omdat zij zich niet officieel gevoegd hebben als benadeelde partij verklaarde de rechtbank hen niet ontvankelijk in hun verzoek.
Officier van justitie mr. J. Plooy wees een eerder verzoek van Marten Fortuyn tot afgifte af. Hij vreesde dat het onderzoek daardoor averij kon oplopen. Ook meent hij dat afgifte in strijd is met het belang van bescherming van Van der G.’s privacy. Ook de veiligheidsbelangen van de staat zouden wat hem betreft afgifte in de weg staan.
Plooy vreesde vroegtijdige publicatie van de bekentenis. Volgens de rechtbank hebben Marten Fortuyn en zijn raadsman mr. Th. Hiddema echter toegezegd dat zij de verklaring niet openbaar zullen maken.
Het proces tegen Volkert van der G. begint morgen. De rechtszaak wordt geleid door rechtbankvoorzitter mr. F. Bauduin. Tijdens de eerdere zittingen in de gevoelige strafzaak oogde hij ontspannen en zelfverzekerd. Bauduin studeerde in Groningen en werd in 1981 benoemd tot rechter in Amsterdam. Bauduin wordt bijgestaan door de rechters (in jargon: bijzitters) mr. Th. Gijsberts en mr. N. Vermolen.
Over de laatste ontstond vorig jaar ophef, nadat bekend was gemaakt dat hij deel uitmaakt van de strafkamer die Van der G. berecht. Toenmalig LPF-kamerlid F. Hoogendijk twijfelde aan de onafhankelijkheid van Vermolen, omdat deze werkzaam is geweest voor VluchtelingenWerk Nederland. De discussie waaide snel over.
Het openbaar ministerie heeft de zaak tegen Van der G. toebedeeld aan officier van justitie mr. J. Plooy, die sinds 2001 carrière maakt op de afdeling zware criminaliteit van het Amsterdamse parket. Hij begon zijn aanklagersloopbaan in Utrecht en kwam in 1998 naar Amsterdam.
Plooy staat bekend als een degelijke, harde werker. „Hij straalt geen power uit, maar hij ís wel power. Hij laat zich niet gek maken”, zei Plooys voorganger F. Teeven vorig jaar in deze krant. Plooy kwam vorig jaar augustus al met een overvloed aan bewijzen tegen Van der G.
Verdachte Volkert van der G. laat zich bijstaan door de advocaten mr. B. Böhler, mr. V. Koppe en mr. S. Franken. Hun in Amsterdam gevestigde kantoor is vooral bekend van politiek geëngageerde zaken als die van de Koerdische PKK-leider Öcalan en mullah Krekar, een eveneens Koerdische moslimfundamentalist die door de Verenigde Staten wordt verdacht van terroristische activiteiten.
Voor het proces bestaat massale belangstelling van de media. Tot de ’bunker’ -een bovengronds extra beveiligd gebouw op een industrieterrein in Amsterdam-Osdorp- zijn 52 journalisten toegelaten. De zaak kan ook worden gevolgd via een videoscherm in de rechtbank aan de Parnassusweg.