In het Duitsland van de achttiende eeuw was de cantate de belangrijkste vorm van de protestante kerkmuziek. Bach geldt als onovertroffen meester op het vlak van deze composities. Toch zijn er voldoende vocale werken van anderen die het aanhoren meer dan waard zijn. Uit het rijk gevulde archief van de cantorij van de St. Johannis in het Duitse stadje Mügeln bijvoorbeeld.Dit zanggezelschap bezit alleen al 400 handschriften uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Veelal solocantates die om een minimale bezetting van strijkers en houtblazers vragen. De zeven cantates op deze cd vallen onder deze noemer. De muziek van Donati, Hoffmann, Kegel, Roemhildt, Telemann en Wolff munt uit in doorzichtigheid en fijnzinnigheid. ”Lobt Gott ihr Christen allzugleich” bevat een koraal aan het begin en aan het eind. De rest kent enkel aria’s en recitatieven.

De uitvoerende Accademia Daniel onder leiding van Shalev Ad-El bestaat uit de vijf strijkers, klavecimbel of orgel en een hobo, blokfluit of fagot. De musici blijken prima met Mertens door één deur te kunnen. Met een doorleefde, intense uitvoering als resultaat.

De Duitse bas beschikt over een mooie dictie en legt bij het verklanken van de gezongen preken veel inlevingsvermogen aan de dag.

Mertens werkte veel met Ton Koopman samen. „Religie is belangrijk voor hem en dat hoor je. Hij zingt met een bepaalde emotie die niet sentimenteel is”, aldus Koopman over zijn keus voor deze bas. Beter had hij de spijker niet op zijn kop kunnen slaan.

”Lobt Gott ihr Christen allzugleich”; Klaus Mertens, Accademia Daniel; Classic Produktion Osnabrück (777 298-2); € 21,99.