„Ik denk dat ze er wel zullen komen”, denkt Gerrit Duijzer, voorzitter van de Veense Dorpsraad. „De publieke opinie is voor.”Een initiatiefgroep had een voorstel gedaan aan de gemeente om in uitbreidingsplan De Eng een aantal straten naar lokale verzetsstrijders te noemen. Met name vijf gefusilleerde verzetsstrijders zouden vernoemd moeten worden.

De Dorpsraad adviseerde de raad in eerste instantie negatief, omdat de meerderheid van de leden bang was dat er ex-verzetsmensen vergeten zouden worden. „De een had nog een opa of een oom die ook in het verzet heeft gezeten. Die zijn echter niet gefusilleerd. Moet je de straten dan ook niet naar hen vernoemen? Dat ligt best gevoelig”, aldus Duijzer.

De initiatiefgroep reageerde daar teleurgesteld op. „Ons dorp wil, met enige schaamte omdat het na 65 jaar pas gebeurt, onze vijf verzetsmensen die door zwart verraad op fort De Bilt gefusilleerd zijn, alsnog eren met straatnamen”, stelde Marius Timmermans. „Ik sprak pas een zoon van de gefusilleerden. Zijn reactie was: als iemand daarover moeilijk doet, laat het dan maar zitten. Dat is toch beschamend? Ik vind het een ereschuld.”

Timmermans ziet twee grote problemen om het initiatief te realiseren. „De eerste is de Dorpsraad. Hoewel Duijzer er persoonlijk niet tegen is, is de Dorpsraad dat wel. Die reageert balorig: de namen staan toch al op hun graf? De tweede hobbel is de gemeentelijke bureaucratie. Die heeft bepaald dat nieuwe straten genoemd moeten worden naar culturele objecten, bloemen en vlinders.”

De Veense initiatiefnemer vindt het een unieke gelegenheid dat er nu vijf straten bij gebouwd gaan worden. „Noem die dan naar die vijf verzetsmensen. Dat geeft de weduwen en kinderen nog een soort troost.”

Het gaat om de verzetsmensen C. van Ballegooijen, W. Colet, G. Tameris, C. Hazeleger en gemeenteveldwachter A. de Bruijn.

Samen met de andere vijftien oorlogsslachtoffers komen hun namen op een monument dat op 4 mei zal worden onthuld. Ook verschijnt er een boek.