„Missie in Uruzgan is geen oorlog”
Zorgen de Nederlandse militairen in Afghanistan alleen voor oorlog of voor vrede? Met die vraag van een basisschoolleerling wist demissionair minister Van Middelkoop van Defensie zich maandag wel raad.
„We zijn daar om het land op te bouwen en mensen te beschermen, samen met de Afghanen”, zei hij. Als militairen tijdens hun werk op tegenstand stuiten, kunnen ze ook vechten. „Maar dat hoef je geen oorlog te noemen”, hield hij de leerlingen van een basisschool in Hilversum voor. Hij was daar voor de presentatie van het leesboek ”Tims papa is soldaat” van Petra Messelink. Nadat de minister iets had voorgelezen, mochten de kinderen vragen stellen.Een van hen wilde weten wat Van Middelkoop ervan vindt dat het Nederlandse leger zich terugtrekt uit de Afghaanse provincie Uruzgan. De bewindsman gaf aan dat jammer te vinden en dat hij graag langer in Uruzgan was gebleven, weliswaar met minder militairen. „Maar ja, ik heb het niet alleen voor het zeggen in dit land”, zei hij.
De minister vertelde dat de terugtrekking van militairen en al het materieel, waaronder 4000 containers, de rest van het jaar een „geweldige operatie” wordt. Daarvoor zijn honderden militairen nodig, onder meer om alles en iedereen te kunnen beschermen. „Het is niet dag zeggen en weggaan.”
”Tims papa is soldaat” gaat over een jongetje uit groep 4 van wie de vader op missie moet in het buitenland. Messelink heeft het boek geschreven om kinderen van militairen een beetje te kunnen helpen, omdat het voor hen best spannend kan zijn als hun vader of moeder maandenlang in soms gevaarlijk gebied is. De auteur, die journaliste is, hoopt dat kinderen via het boekje met andere kinderen of volwassenen over dit onderwerp praten.
Van Middelkoop zei dat het belangrijk is niet alleen goed te zorgen voor militairen, maar ook voor hun familie. Zo kunnen de soldaten in een missiegebied mailen en bellen met thuis. Voor het thuisfront zijn er ook speciale dagen. Als militairen na terugkomst een onderscheiding ontvangen, krijgen ook hun kinderen een aparte medaille.
De minister riep de leerlingen op met de feestdagen kaarten te sturen naar militairen die op missie zijn. „Dat vinden ze geweldig leuk.”
Van Middelkoop vertelde verder dat hij tijdens zijn bezoeken eerst best wel onder de indruk was van de stoere en sterke soldaten. Maar al snel merkte hij dat achter de uniformen „heel gewone mensen” zitten.
