Volgens officier van justitie P. Blanken is dit internationale deel van de drugsoverlast in Rotterdam door de zogenoemde Alijda-aanpak verdwenen. Sinds 1998 bundelen politie, justitie, Belastingdienst en de gemeentelijke diensten sociale zaken en volkshuisvesting de krachten. In eerste instantie was dat bedoeld om wegens aanhoudende klachten van bewoners het aantal drugsrunners terug te dringen. Later kwam daarbij dat zij dealers en malafide huiseigenaren wilden aanpakken. Een opgepakte runner werd door alle betrokken instanties doorgelicht. Uitkeringen werden stopgezet, auto’s in beslag genomen en aanslagen van de Belastingdienst volgden.

Rotterdam telde in 1998 meer dan 300 dealpanden en ongeveer 250 drugsrunners. Vijf jaar later zijn bij het Meldpunt Drugsoverlast nog maar twaalf overlastgevende drugspanden bekend en stuiten politie en justitie alleen af en toe bij het centraal station nog op een runner.

Volgens Blanken is er voor de drugsrunners niets meer te doen. De panden waar de toeristen naar zochten, zijn nagenoeg verdwenen. „De trend dat drugstoeristen hier kwamen om te gebruiken en wat mee naar huis namen, is voorbij. Vroeger zag je heel veel ’59-kentekens’, auto’s uit Noord-Frankrijk, nu niet meer. Op straat worden nog wel verdovende middelen verkocht, maar dat is blijkbaar niet aantrekkelijk voor toeristen. We zien ze daar niet”, zegt de officier van justitie.

Waar de runners zijn gebleven, weet Blanken niet precies. „Helemaal zeker weten we het nog niet, maar we vermoeden dat ze hun werkterrein hebben verlegd en dat de drugs nu naar steden als Terneuzen, Breda, Heerlen en Venlo worden gebracht. Ook uit Antwerpen horen we dat de overlast daar is toegenomen.”

De Alijda-aanpak is inmiddels routine geworden in Rotterdam. „Het is een beetje de voorloper van de persoonsgebonden aanpak voor overlastgevende verslaafden. Maar bij Alijda ging het er ook om verdachten financieel aan te pakken. De Belastingdienst legde in 2002 in achttien strafzaken 290.000 euro aan aanslagen inkomstenbelasting op. In die zaken werd voor een bedrag van in totaal 235.000 euro beslag gelegd. Verder is voor ongeveer 67.000 euro achterstallige boetes en belastingen geïnd.”