Opinie

Muziek onmisbaar in eredienst

Recent verscheen een nieuw kerkmuzikaal handboek, ”Het kerklied, een geschiedenis”. In de katern Talent werd ter gelegenheid van de uitgave van het boek een vraaggesprek met de redacteuren opgenomen (3 december). Naar aanleiding van interview en handboek geven Cor Braal en Henk C. de Gelder een bijdrage aan deze bezinning. Ze hopen op een brede bezinning op kerkmuziek in de reformatorische kerken.

21 December 2001 16:22Gewijzigd op 13 November 2020 23:20
Calvijn staat op het punt van gesproken en gezongen verkondiging dichter bij Luther dan vaak wordt gesuggereerd. - Foto RD
Calvijn staat op het punt van gesproken en gezongen verkondiging dichter bij Luther dan vaak wordt gesuggereerd. - Foto RD

Wanneer in de erediensten een legitieme plaats wordt gevraagd voor kerkmuziek, is vaak de reactie vanuit de reformatorische kerken: „Wij staan in de traditie van Calvijn en die traditie kenmerkt zich door soberheid in de liturgie. Het Woord, de prediking, staat bij ons centraal.” Hiermee wordt een niet-uitgesproken consequentie naar voren gebracht: alle andere onderdelen van de eredienst, waaronder de kerkmuzikale bijdragen in de brede zin van het woord, worden op een tweede niveau geplaatst en vervolgens ondergewaardeerd. Het centraal stellen betekent echter dat het Woord en de prediking weliswaar in het middelpunt staan, maar dat de andere onderdelen binnen de liturgie er direct omheen staan, dat wil zeggen: op een gelijkwaardig niveau staan! De dienst des Woords is breder dan alleen de prediking, het is het geheel van de eredienst.

Wortels van kerkmuziek
In de geschiedenis van de kerk der eeuwen is het kerklied overgeleverd. De oorsprong ervan ligt, net zo goed als de gehele kerkmuziek, in de Bijbel. Dr. Jan Luth zei in het genoemde interview: „Luther en Calvijn zijn het op het punt van gesproken en gezongen verkondiging veel meer met elkaar eens dan vaak wordt gesuggereerd. Beiden stellen namelijk dat wat je zingt een grótere uitwerking heeft dan wat je hoort. Ze typeren het gezongen Woord als verkondiging.” In psalm 19 wordt beleden dat het uitspansel het werk van Zijn handen verkondigt. Zou de muzikale vertolking daarvan dan in de eredienst achter moeten blijven?”

Een kerkmusicus die in de lutherse traditie stond, was Johann Sebastian Bach. Opmerkelijk is hoe hij met de Bijbel omging om zijn kerkmuzikale gedachten principieel te verwoorden. Kerkmuziek is volgens Bach een bijbelse en goddelijke instelling, een gedachtegang die vooral op grond van oudtestamentische gegevens gefundeerd is. In zijn huisbijbel –een zogeheten Calov-bijbel– vinden wij tal van schriftplaatsen die door hem in de kantlijn met een fijne pen van aantekeningen zijn voorzien. Een van deze Bachse ’kanttekeningen’ vinden wij bij de tekst uit 2 Kronieken 5:13. Bach tekent dan hierbij aan: „Bij vrome muziek is God altijd aanwezig met Zijn genade.” Vrome muziek is liturgische muziek: God heeft daar Zijn tegenwoordigheid toegezegd en beloofd. Bij 1 Kronieken 28 merkt Bach op dat het functioneren van musici in de eredienst is geordineerd door David.

Bach wijst er vervolgens op dat kerkmusici hun taak niet slechts uitvoeren om de eredienst doorgang te laten vinden, maar zij doen iets wat wezenlijk is voor het instituut eredienst. En Bach –en voor hem Luther– zag daarbij geen beperkingen: „Alles was Odem hat, lobe den Herrn! Halleluja!”

Praktijk en bezinning
Het gezongen Woord als lofprijzing, verkondiging en gebed: een adembenemende gedachte. Dan is muziek in de eredienst niet zomaar iets wat je eigenlijk in principe kunt missen, maar een bijbelse opdracht, die consequenties heeft. Zij is weliswaar niet het centrum van de verkondiging –dat is de prediking– maar kerkmuziek heeft wel een verkondigend element in zich. Wat ons betreft komen deze drie elementen, lofprijzing, verkondiging en gebed, tijdens elke eredienst aan bod. Een mogelijkheid die in dit verband zeker overwogen kan worden, is onze liturgie te verrijken met ook andere berijmde schriftgedeelten dan alleen de Psalmen. Voorbeelden daarvan die wij al gebruiken zijn de zogeheten ”cantica”: de lofzangen van Maria, Zacharias en Simeon. Het spreekt vanzelf dat de eisen die hierbij gesteld moeten worden aan berijming en melodie, hoog zijn. Hierbij is samenspel vereist van theologen, dichters en musici.

De discussie gaat dan niet meer om de vraag: Voldoet iets aan de behoefte en wensen van een gebruikersgroep, maar om de vraag: Is het goede kerkmuziek? Dat kan het alleen zijn als kwaliteit gewaarborgd is qua theologisch, dichterlijk en muzikaal gehalte. Goede kerkmuziek moet iets wezenlijks te bieden hebben voor de gehele gemeente. Mede daardoor kan de gemeente een actieve gemeente worden, die bewust het Woord op de lippen neemt en proeft: dienst van en aan het Woord. Maar ook dienst aan elkaar. Dat is liturgie in optima forma!

n.a.v.De auteurs zijn respectievelijk organist en organist-schoolmusicus.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer