Het favoriete werk van Albert Jansen (23)
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) componeerde in totaal negentien pianosonates. Slechts drie daarvan schreef hij in mineur. Juist die stukken intrigeren Albert Jansen (23) mateloos.
„Mozart schreef zijn achtste sonate voor piano in de zomer van 1778. Hij was toen nog maar 22 jaar oud, maar had al een heel leven vol tegenslag achter zich.Het jaar1778 was een rampjaar voor Mozart. Het begon al met een mislukte liefde in Salzburg. Later dat jaar verhuisde hij naar Parijs. Hoewel de hogere burgerij zijn muziek wel kon waarderen, kreeg hij amper opdrachten. Bovendien overleed zijn moeder. Dat heeft hem enorm aangegrepen. In een brief aan zijn vriend noteerde Mozart: „Treurt met mij, mijn vriend! Dit was de droevigste dag uit mijn leven, dit schrijf ik om twee uur ’s nachts. Ik moet het u zeggen: mijn moeder, mijne lieve moeder is niet meer.”
Tegen die achtergrond componeerde Mozart de achtste sonate in A-mineur KV 310, een van zijn vroegklassieke meesterwerken. Het openingsdeel ademt dramatiek. De linkerhand vertolkt diepe basstemmen, de melodie van de rechterhand bestaat bijna geheel uit trillers. In het middengedeelte –een sonate bestaat uit drie delen– werkt Mozart naar een climax. De muziek is duister, donker, soms schrijnend. Het derde deel daarentegen doet haast vrolijk aan. Alsof hij daarmee voor zichzelf een moeilijke periode afsloot.
Toen ik dit stuk voor het eerst hoorde, was ik gelijk verkocht. Waarom, dat kan ik niet precies omschrijven. Misschien omdat Mozart de gave had muziek en emotie geniaal met elkaar te verweven.”