Snakken naar vrede op de Apenheuvel van Rio de Janeiro
Menig burgeroorlog verbleekt erbij: duizenden doden per jaar eist het drugsgeweld in Rio de Janeiro. Maar nu is de ”pacificacao” in volle gang. De militaire politie bezet de ene na de andere gevaarlijke sloppenwijk om de bewoners hun gewone leven terug te geven. De familie Lopes snakt naar vrede in hun ”favela”, hun wijk.
Braziliaanse familie Lopes probeert normaal bestaan op te bouwenin drugswijkOok Morro dos Macacos (Apenheuvel) lijkt een volgende kandidaat om door de staat teruggewonnen te worden. De bandieten in deze favela in de flamboyante artiestenwijk Vila Isabel zorgen voor veel overlast. De huizen en appartementen waren er eens door de middenklasse gewild, maar zijn nu door het wapengekletter onverkoopbaar.
De grootste uitbarsting was in oktober vorig jaar, toen uiteindelijk een helikopter van de politie door bandieten uit de lucht werd geschoten en op de veldjes van het pas opgeleverde sportcomplex Vila Olimpica neerstortte. De gevechten tussen de bendes onderling en de politie eisten toen zeventien dodelijke slachtoffers.
Afgrijzen
Morro dos Macacos kreeg hierdoor een nog slechtere naam dan het al had, maar dat blijkt ook weer niet helemaal terecht. Het waren immers leden van het binnenvallende rivaliserende kartel Comando Vermelho die het geweld aanstichtten en ook de helikopter uit de lucht schoten. Zij wilden een grote vis binnenhalen, omdat niet alleen de lokale chef Leandro aanwezig was, maar ook de baas van het bevriende Rocinha, naar verluidt de grootste sloppenwijk van Latijns-Amerika. Beide favelas vallen onder het kartel Amigos dos Amigos.
„Zie je die helikopter daar? Waarom schiet je hem dan niet uit de lucht?” vroeg een bendeleider van het Comando Vermelho. „Oké, dan doe ik dat”, antwoordde zijn kameraad droogjes. Hij voegde de daad bij het woord. Het gesprek tussen de misdadigers was gewoon via een eenvoudige ontvanger te beluisteren.
Bewoners Elaine en Adalto Lopes kijken met afgrijzen terug op die dag. „Totale chaos en paniek” heersten er. Zij hopen nu dat de politie de macht van de drugsdealers ook over gaat nemen in Morro dos Macacos, maar spreken zich niet al te hard uit in hun woning midden in de favela. De gammele muren hebben oren en tot voor kort was er een drugsverkooppunt voor de deur.
Intussen bereidt Elaine in haar keukentje grote pannen zwarte bonen, rijst, suddervlees en salades. Haar cateringbedrijfje loopt goed. Met zeven klanten per dag en een extra dagelijks inkomen van zo’n 70 euro ziet het leven er stukken beter uit dan toen zij nog voor het minimumloon (circa 400 real per maand, zo’n 160 euro) als „huisslavin” werkte voor „een hele vervelende vrouw.”
Adalto werkt al jaren stug door als portier bij een appartementencomplex aan de hoofdstraat in Vila Isabel. Hij zorgt daarbij ook voor klandizie voor zijn vrouw, want zijn collega’s bestellen het middageten bij hem. De oudste zoon Alex is inmiddels ervaren gezinshoofd en eigenaar van de kapperszaak waarin ook zijn broer werkt.
Zoals de meeste bewoners van de favela droomt de twintiger ervan om ‘de heuvel’ voor ‘het asfalt’ te verruilen. Hij ziet zichzelf in de toekomst een salon beneden in de winkelstraat openen en neemt graag afscheid van de luidruchtige gewapende drugssoldaten op de berghelling boven zijn huidige onderkomen.
De derde zoon, Thiago, heeft zich vandaag aangemeld bij het leger, voor de dienstplicht, die in de praktijk alleen voor de armen bestaat. De 18-jarige sportieveling, die op zijn fiets de maaltijden van zijn moeder bij de klanten in de wijk bezorgt, heeft zijn zinnen op een loopbaan bij de landmacht gezet. En de jongste heeft net de basisschool afgerond.
Zo gaat het eigenlijk heel goed met deze familie, die geboren en getogen is in een vrijwel doorlopend gewelddadige en bedreigende omgeving. Elaine Lopes verklaart dat door de combinatie van hun rotsvaste geloof in God –ze zijn lid van een evangelische gemeente–, werklust en een sobere, maar allerminst saaie leefwijze. Zo is ondanks alles in de loop der jaren hun woning sterk verbeterd. Die was vijftien jaar geleden een houten hutje, nu staat er een stenen gebouw met een heuse badkamer, slaapkamers en allerlei moderne apparatuur.
Buren, kennissen en sommige familieleden hebben zij wel ten onder zien gaan aan de alledaagse cocktail van drugs, alcohol en geweld. Elaine houdt nu haar zus in de peiling. Zij woont nog immer in het krakkemikkige kamertje op hun dak. De vader van haar vier kinderen blijkt weer terug te zijn. „Hij is een drugsverslaafde en een zuiplap. Geen verkeerde vent en een harde werker, maar wel een slecht voorbeeld voor de kinderen.”
Dit is het tweede deel in een tweeluik. Woensdag verscheen het eerste deel.