Bewegingsmeter verraadt inspanning patiënt thuis
Patiënten voor wie een gezonde leefstijl met voldoende beweging belangrijk is, kunnen in de toekomst hun activiteit thuis niet meer overdrijven tegenover hun dokter. Een bewegingsmeter legt exact vast welke inspanning thuis wordt geleverd.
Dat hebben Maastrichtse wetenschappers dinsdag bekendgemaakt.De wetenschappers hebben een bewegingsmeter ter grootte van een luciferdoosje ontwikkeld dat niet alleen beweging meet, maar ook vastlegt welke soort beweging wordt gemaakt en hoeveel inspanning dat kost.
De behandelend arts kan de gegevens van de CAM, zoals het luciferdoosje heet, binnen afzienbare tijd op afstand uitlezen en eventueel zijn behandeling aanpassen.
Onder meer hartpatiënten ondergaan na behandeling een intensieve revalidatie. Vaak vallen zij thuis echter terug in een patroon van weinig bewegen en veel zitten.
Ook voor bijvoorbeeld COPD- en astmapatiënten is voldoende beweging belangrijk. „Je ziet dat actievelingen zichzelf onderschatten en dat de inactieven zichzelf overschatten”, aldus een van de wetenschappers. „Dat maakt het voor de dokter moeilijk om het gedrag goed in te schatten.”
Inspanning is voor patiënten iets heel anders dan voor gezonde mensen. Zo kan het eten van een bordje soep ontzettend zwaar zijn voor iemand met een chronische aandoening. Even de vloer aanvegen kost iedereen wat inspanning, maar een COPD-patiënt verbruikt daarmee bijna zijn hele vermogen voor een dag.
De bewegingsmeter onderscheidt tal van dergelijke verschil-len. De dokter kan met die gege-vens de therapie afstemmen op hetalledaagse gedrag van de patiënt. Ook kan tijdig worden ingegrepen als blijkt dat een patiënt bijvoorbeeld te weinig beweegt.
Vanuit de Universiteit Maastricht begint binnenkort een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de wisselwerking tussen medicijnen en het activiteitenpatroon, waarbij de CAM wordt ingezet.
De CAM kan gewoon aan de broekband of aan het been worden meegedragen.