Verharding
„De HEERE sprak wel tot Manasse en tot zijn volk, maar zij merkten daar niet op.”2 Kronieken 33:10
Het gebeurt dat zondaren zich verharden tegen alle vermaningen, waarschuwingen en bedreigingen. Zij maken misbruik van Gods lankmoedigheid, omdat God hen voor een tijd verdraagt. Zij menen dat Hij hen altijd zal verdragen en niet altijd straft, omdat het oordeel niet haastig komt over de boze daad. Daarom is het hart van de mensen vol kwaad.De voornaamste oorzaak van de hardnekkige onbekeerlijkheid van de mens is de liefde tot de zonde. Die willen ze niet verlaten, maar ervan genieten; het koste wat het kost, al was het het verlies van hun kostelijke ziel. Zo heeft de God van deze eeuw hun zinnen verblind en gekluisterd in banden. Zo verhard zijn ze door de gewoonte van zondigen. Zo verslingerd waren de Joden aan de afgodendienst van de vreemde naties, dat ze die wilden aankleven. Niets kon hen daarvan weerhouden.
God geeft hen over aan zichzelf, indien zondaren door de gewoonte van zondigen zich zo verharden dat alle vermaningen en waarschuwingen op hen geen vat hebben, ja het zondigen erger maken. De wereld is altijd vol geweest van zulke zondaren.
W. van Schie, predikant te Delft
(”Manasse in zijn goddeloosheid en bekering”, 1714)