Geen titel
Grenzen
„De overheid moet duidelijke juridische grenzen stellen aan kerken als het gaat om basale regels van de rechtsstaat”, zo konden we lezen in de krant (RD 26-3). Het is een opmerking van twee GroenLinksleden, een theoloog en een socioloog. Ik wil hier enkele kanttekeningen bij plaatsen.Eerst wil ik echter opmerken dat die verklaring zelf broddelwerk is. Ten eerste bestaan er niet zoiets als ”juridische grenzen”. De overheid kan eventueel, als zij dat wil of als zij dat door de meerderheid van de bevolking krijgt opgelegd, grenzen opleggen aan kerken via de wet. Ten tweede zou dat te maken hebben met wat zij noemen ”basale regels van de rechtsstaat”. Welnu: een van de meest basale regels van de rechtsstaat is dat er sprake is van godsdienstvrijheid.
Het gaat dus helemaal niet aan om het pleidooi te voeren dat de overheid grenzen zou moeten stellen aan kerken. Kerken en moskeeën zullen, zo begrijp ik, ter verantwoording moeten kunnen worden geroepen als er sprake is van discriminatie op basis van ras, geslacht of seksuele geaardheid. Wanneer dit principe, dat religieuze organisaties zich moeten verantwoorden tegenover de overheid, ooit praktijk gaat worden, is op dat moment het doodvonnis over onze democratie al voltrokken. Het afwijzen van homoseksualiteit is voor verschillende christelijke kerken en stellig ook voor verschillende islamitische geloofsrichtingen onlosmakelijk verbonden met hun interpretatie van de leer van hun geloof. Wanneer de maatschappij van hen eist dat zij de leer zo interpreteren zoals de omringende wereld dat wenst en de juridische middelen zouden aanwezig zijn om dit af te dwingen, dan zouden wij op dat tijdstip de facto in een dictatuur leven.
Drs. A. Dieduksman
Karveelstraat 39
1826 EE Alkmaar
Zendingsgebied
In de krant (RD 29-3) stond een verslag van het aanbieden van een boekje van ds. R. van Loon met de titel ”Kerk in de buurt” aan de scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), dr. A. J. Plaisier. De predikant stelt daarin dat we een zendingsgebied geworden zijn en de kerk in onze wijken en buurten opnieuw zou moeten worden gesticht. Dat is geen nieuw geluid. Niet alleen in de PKN, waartoe ds. Van Loon behoort, maar ook in de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt zijn zulke geluiden te horen en zijn er allerlei projecten van nieuwe kerkstichtingen.
Een belangrijke vraag is wat dr. A. J. Plaisier opmerkt. Het gaat hier niet om een klassieke zendingssituatie, maar om een land met een geschiedenis. We hoeven ons niet te vergelijken met het oude Israël, alsof Nederland het Israël van het Westen was. Maar het is wel zo dat Nederland een rijke historie heeft en dat de gereformeerde religie veel invloed had. Ook heeft dr. Plaisier gelijk als hij stelt dat zeker niet heel Nederland ontkerkelijkt en van God vervreemd is geworden.
Voorts kan men zich afvragen of bij al die missionaire opstelling het horizontale niet te veel gaat overheersen. Men wil vooral dienend en bescheiden in de wijk in de weer zijn en dan terloops ook op het evangelie wijzen. Zou niet krachtiger gewezen moeten worden op het bevel van geloof en bekering en de terugkeer tot de God en Vader van onze Heere Christus?
Dr. M. J. Arntzen
Noord Houdringelaan 8i2/222
3722 BT Bilthoven
Belijdenis
Het artikel in de krant (RD 29-3) over dat belijdenissen ook baptisten een goede dienst kan bewijzen, benoemt inderdaad een pijnpunt dat onder sommige baptisten leeft. Helaas zijn wij ons vaak te weinig bewust van het feit dat we in onze baptistische geschiedenis meer belijdenissen hebben dan we soms denken. Zo hebben we in het afgelopen jaar, tijdens de viering van 400 jaar baptisme, oude belijdenissen weer naar voren gehaald en uitgesproken. Als eerste noem ik de belijdenis, de gelofte van liefde, van Balthasar Hubmaier (Oostenrijkse doper die als voorloper van het baptisme wordt gezien) uit 1528 rondom het avondmaal. Als tweede wil ik de belijdenis uit 1607 noemen die tijdens de landelijke viering van de Unie van Baptistengemeenten en de Vrije Baptistengemeenten in Barneveld is uitgesproken. Ten derde wil ik wijzen op de gezamenlijke belijdenis die uitgesproken is tijdens het Baptist World Alliance congres in Birmingham in 2005.
Bovendien onderschrijven baptisten in interkerkelijke contacten vaak het Apostolicum.
Toch is er een verschil welke plek de belijdenis inneemt bij baptisten. Professor O. H. de Vries stelt terecht in zijn boek ”Gelovig gedoopt” dat belijdenissen bij baptisten geen belijdenissen van de eeuwigheid, maar van de tijd zijn. Het is voor een baptist minder moeilijk om bij nieuwere inzichten belijdenissen waar nodig te herschrijven of aan te passen.
Ds. Fritz Kaiser
Horst 28-40
8225 MP Lelystad