Dat blijkt uit het jaarverslag dat de ontwikkelingsorganisatie woensdag presenteerde.De inkomsten betekenen voor Woord en Daad een groei van ruim 3,5 procent ten opzichte van 2008. De gelden zijn afkomstig van particulieren, scholen, kerken, bedrijven, institutionele fondsen en vermogensfondsen.

„De achterban heeft weer laten zien dat hij ook in moeilijke tijden trouw is aan Woord en Daad”, aldus Jan Lock, directeur-bestuurder van Woord en Daad.

Het meeste geld is –net als in 2008– uitgegeven aan de ontwikkeling van beter onderwijs in arme landen: 11,4 miljoen euro, 44 procent van alle uitgaven. In 2009 werden met de onderwijsprogramma’s van Woord en Daad 58.300 kinderen, jongeren en volwassenen bereikt.

Ruim 7300 leerlingen volgden een vaktraining in totaal 37 cen-tra. Bijna 3300 studenten behaal-den een diploma. Er is een stijgende lijn in het percentage studenten dat een baan vindt binnen zes maanden. Om tegemoet te komen aan de voortdurende vraag naar inhoudelijk advies ging Woord en Daad een strategische alliantie aan met onderwijsinstelling Driestar Educatief.

Bijna een vijfde deel van het uitgegeven geld, 4,7 miljoen euro, ging naar het programma Arbeid en Inkomen.

Naar het programma Basisvoorzieningen ging 16 procent van de uitgaven. De focus lag op gezondheidszorg en bestrijding van hiv en aids. Woord en Daad had in 2009 meer aandacht voor voedselzekerheid. De voedselcrisis met daarbovenop de financiële crisis heeft vooral voor mensen in diverse regio’s in Afrika negatieve effecten op voedselzekerheid. Om die reden krijgen duurzame landbouwprogramma’s toenemende aandacht van de ontwikkelingsorganisatie.

Woord en Daad bood enkele keren hulp in crisissituaties, ondermeer in Sri Lanka en de Filipijnen. In totaal is daar 790.000 euro heengegaan.