Subsidie voor twintig ontwikkelingsallianties
Twintig allianties van ontwikkelingsorganisaties, waaronder Woord en Daad, ZOA Vluchtelingenzorg en Prisma, komen in aanmerking voor overheidsgeld.
Dat heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken woensdag bekendgemaakt. In totaal 43 samenwerkingsverbanden hadden bij voormalig minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) subsidie aangevraagd. Van die clubs zijn er 23 afgevallen, waaronder het Aidsfonds, Stichting Vluchteling, Solidaridad, Humana en de christelijke stichting Dark & Light Blind Care.De twintig samenwerkingsverbanden die door zijn naar de tweede ronde moeten voor 1 juli veel uitgebreidere programmavoorstellen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken voorleggen. Dat neemt uiterlijk op 1 november een definitief besluit over de subsidieaanvragen.
In totaal heeft het departement 2,125 miljard euro gereserveerd voor de ontwikkelingsorganisaties. In de twintig overgebleven allianties werken 74 organisaties samen. Zij hebben voor een bedrag van 2,8 miljard euro subsidie aangevraagd.
Bij de twintig samenwerkingsverbanden die wel geld zullen krijgen, zitten Cordaid, ICCO, Oxfam Novib en Plan Nederland. Ook Woord en Daad, die samenwerkt met Red een Kind, en ZOA Vluchtelingenzorg –die in het Dutch Consortium for Rehabilitation zit– doen mee aan de volgende ronde.
ZOA Vluchtelingenzorg is daar „zeer verheugd” over. Samen met CARE Nederland, Healthnet/TPO en Save the Children wil ZOA Vluchtelingenzorg in de jaren 2011-2015 werken aan het verbeteren van de omstandigheden voor mensen in de fragiele staten Congo, Noord- en Zuid-Sudan, Burundi, Liberia en Uganda.
De organisaties willen daar de directe nood lenigen en werken aan het opbouwen en versterken van structuren op het gebied van onder meer gezondheidszorg, sanitatie, onderwijs en economische ontwikkeling.
Ook Woord en Daad is „heel blij en dankbaar dat we ons voorstel verder mogen uitwerken”, aldus directeur D. Nieuwenhuis vanmorgen. Samen met Red een Kind heeft haar organisatie gevraagd om 11,5 miljoen euro per jaar voor programma’s op het gebied van onderwijs, beroepsonderwijs en training en bedrijfsontwikkeling.
Het overheidsgeld dekt 30 procent van de totale programmakosten. De overige 70 procent komt van overige donoren, zoals particulieren en bedrijven.
Nieuwenhuis zei er vanmorgen bij dat formeel de kans bestaat dat hun definitieve voorstel uiteindelijk toch wordt afgewezen. Dat risico is overigens klein.
Prisma, een vereniging van christelijke ontwikkelingsorganisaties, is als lid van de ICCO-alliantie, eveneens door naar de volgende ronde. De zestien leden van Prisma die meedoen via de ICCO-alliantie hebben programma’s voorbereid op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en voedselzekerheid.
Algemeen directeur H. Jochemsen van Prisma toonde zich vanmorgen verheugd. „Als wij niet in aanmerking zouden komen voor overheidsgeld, zou een aanzienlijk deel van de programma’s niet zijn doorgegaan.”