Minister spreekt met advocaten over ontlopen tbs
Minister Hirsch Ballin (Justitie) wil binnenkort in gesprek met de advocatuur over criminelen die tbs ontlopen door medewerking aan gedragskundig onderzoek te weigeren.
Dat zei de bewindsman dinsdagmiddag in de Tweede Kamer tijdens het wekelijkse vragenuur. Aanleiding was het recente vonnis in de zaak rond een ontvoerd en misbruikt meisje uit Ede. Een van de ontvoerders, Kaj M. (29), ontliep tbs, doordat hij medewerking weigerde aan een gedragskundig onderzoek.De minister noemde het „erg onbevredigend” dat een misdadiger „van wie je op je klompen aanvoelt” dat hij een stoornis heeft, de tbs ontloopt door zich aan onderzoek te onttrekken.
Hirsch Ballin wil met de Nederlandse Orde van Advocaten over de kwestie spreken. Hij noemde het een „beperkte opvatting” van de taak van advocaten als die „hun cliënten weghouden” van gedragskundig onderzoek. Veel criminelen zijn bang voor tbs, omdat die in theorie levenslang kan duren.
De laatste jaren stijgt het aantal zogeheten ”moeilijk onderzoekbaren” (mensen die dwars liggen bij het onderzoek) bij het Pieter Baan Centrum (PBC), zei Hirsch Ballin. In de kliniek worden –mogelijk– gestoorde verdachten zeven weken lang onderzocht. In alle gevallen rapporteert het PBC aan de rechter. Maar meer dan eens kunnen de onderzoekers niet tot een tbs-advies komen, vanwege het niet-meewerken van een verdachte aan het onderzoek.
Het afgelopen jaar noteerde het PBC zeventig „berekenende weigeraars”, meldde Hirsch Ballin dinsdag. In het PBC worden jaarlijks zo’n 220 delinquenten onderzocht.
De minister benadrukte dat een rechter tbs kan opleggen, ook al weigert een verdachte mee te werken aan het gedragskundig onderzoek. De rechter kan dan bijvoorbeeld afgaan op gedragsobservatie van het Pieter Baan Centrum. Hirsch Ballin zei wel dat het voor de rechter „een stuk moeilijker wordt” om bij een onvolledige rapportage toch tbs op te leggen.
Een rechter heeft „zeker” de mogelijkheid een verdachte die dwars ligt bij gedragskundig onderzoek een „langere” celstraf op te leggen, aldus de minister. „Uit het oogpunt van bescherming van de samenleving.” Verder is het mogelijk dat een misdadiger, hoewel er geen tbs is opgelegd, toch wordt opgenomen op de psychiatrische afdeling van een gevangenis.
VVD’er Teeven noemde het „onbestaanbaar” dat in de Edese zaak een van de ontvoerders tbs ontloopt. Hij wil dat het mogelijk wordt dat een rechter vaker tbs kan opleggen als een verdachte medewerking aan onderzoek weigert. Deskundigen zouden het gedrag van de verdachte tijdens diens voorarrest of op de rechtszitting kunnen observeren, zodat de rechter zich toch een oordeel kan vormen over de toerekeningsvatbaarheid.
SGP-Kamerlid Van der Staaij pleitte ervoor om „met spoed” de wetgeving aan te scherpen, waardoor het „niet loont” dat verdachten hun medewerking aan gedragskundig onderzoek weigeren.
Hij zei begrip te hebben voor de „frustraties” van de familie van het ontvoerde meisje uit Ede. De familie is dinsdag een handtekeningactie gestart, in een poging het tbs-beleid aangescherpt te krijgen.
Hirsch Ballin zei dat er voorstellen in de maak zijn rond een „toekomstbestendig” tbs-systeem. In september komt daar meer duidelijkheid over.
Kamerlid Verdonk opperde de mogelijkheid om mensen die „een keer aan kleine kinderen hebben gezeten” voor de rest van hun leven op te sluiten. Daarop zei Hirsch Ballin dat sommige tbs’ers terechtkomen op de zogeheten longstay, een afdeling voor levenslang verblijf.