De zes concerten opgedragen aan markgraaf Christian Ludwig von Brandenburg behoren tot Bachs meest geïnspireerde muziek. De bestaande vorm van het concerto grosso, waarbij een groepje solisten wedijvert met het orkest, vult hij met een zo oorspronkelijke inhoud, dat het geen wonder is dat deze briljante muziek na de ‘ontdekking’ door Felix Mendelssohn altijd gespeeld is.Meestal gebeurt dat door kamerorkesten, en de laatste decennia vooral met gebruikmaking van authentieke instrumenten of kopieën daarvan. Chailly heeft echter goede redenen om deze concerten met het Leipziger Gewandhausorchester uit te voeren: Bach woonde en werkte een groot deel van zijn leven in Leipzig en Mendelssohn heeft dit orkest opgericht en groot gemaakt.

Riccardo Chailly tolereert echter geen grote, zompige klank. Integendeel: het symfonieorkest is flink uitgedund –dus toch een kamerorkest– en de tempi liggen zo hoog dat niemand in kan dutten.

Dat laatste is mijn enige bezwaar tegen deze uitvoering. Van alle mij bekende opnamen is deze het snelst. Hier en daar stoort dat ook, bijvoorbeeld in de trio’s van het slotdeel van BWV 1046. Iets meer rust was daar wenselijk geweest.

Verder is deze opname een aanrader voor wie deze werken horen wil in een uitvoering waarbij de verworvenheden van het authentieke musiceren hoorbaar worden, mét behoud van een glanzende orkestklank.

Bach – Brandenburgische Konzerte, Gewandhausorchester o.l.v. Riccardo Chailly; Decca (4782191); 2-cd; ca. € 22,-.