Ondanks de vele aanwijzingen dat de man de vrouw om het leven zou hebben gebracht, acht het hof onvoldoende bewezen dat hij de moord heeft gepleegd. De W. werd wel schuldig bevonden aan een verkrachting van een 17-jarige stadsgenote op 28 augustus in 1999. Het hof veroordeelde hem daarvoor tot zeven jaar celstraf. De W. zat al eerder celstraffen van tien en negen jaar uit voor geweldsmisdrijven in Rotterdam en Tilburg.

De W. verkrachtte en mishandelde een 17-jarige meisje uit Eindhoven op 28 augustus 1999 op gruwelijke wijze. Hij sloeg haar met een ijzeren staaf van haar fiets, blinddoekte het meisje en misbruikte haar in een bos.

Ine Wijnen werd een week eerder levenloos aangetroffen in haar woning in Eindhoven. Ze was verminkt aan haar gezicht en keel en ook seksueel misbruikt.

Toen Ine Wijnen niet op haar werk verscheen, deed de politie huiszoeking in haar woning. Naast haar bed lag het visitekaartje van M. de W., met wie zij een korte relatie had gehad. In de woning van De W. vond de recherche handboeien met daarop DNA-sporen van Ine Wijnen. Ook trof de politie chirurgische handschoenen en een gebruikt condoom met DNA-sporen van het 17-jarige slachtoffer aan.