Rusland rouwt om slachtoffers aanslagen metro
De Russische hoofdstad Moskou heeft dinsdag de slachtoffers van de dubbele zelfmoordaanslag op het metronet van maandag herdacht. Vlaggen hingen halfstok, reclames en entertainmentprogramma’s werden geweerd op tv en kerken hielden een speciale dienst voor de getroffenen.
Sombere Moskovieten legden bloemen en staken kaarsen aan op de perrons van de metrostations Loebjanka en Park Koeltoeri. Daar hadden twee vrouwen met bomgordels zich maandag tijdens de ochtendspits opgeblazen. Vooral de aanslag op Loebjanka is een gevoelige klap voor de autoriteiten. Het station ligt onder het hoofdkantoor van de veiligheidsdienst FSB, het vroegere KGB, en op loopafstand van het Kremlin.Bij de vele miljoenen forenzen in Moskou zit de schrik er nog goed in. „Toen ik vandaag met de metro reisde, begon iemand zijn horloge te piepen en ik dacht: dit was het dan", zei een studente. „Het was heel eng".
Dat de toestand in de Russische hoofdstad gespannen is, bleek ook bij de Russisch–orthodoxe Christus Onze Verlosser–kathedraal. Daar herdachten ongeveer honderd mensen de aanslagen. Na een bommelding dinsdagmiddag moest het gebouw in allerijl worden ontruimd. De kathedraal werd met snuffelhonden doorzocht, maar er werd niets gevonden.
Het dodental als gevolg van de explosies is opgelopen tot 39. In de nacht van maandag op dinsdag overleed een zwaargewonde vrouw in een ziekenhuis. Daarnaast verloren ook de twee zelfmoordterroristen het leven. Vele tientallen mensen zijn gewond geraakt. De toestand van zeker vijf van hen is kritiek.
De regering heeft de bevolking beloofd de verantwoordelijken voor de aanslag keihard te zullen aanpakken. Ze zullen „van de bodem van het riool worden geschraapt", zei premier Vladimir Poetin. President Dmitri Medvedev wil de antiterreurwetgeving aanscherpen om nieuwe aanslagen te voorkomen.
De verantwoordelijkheid voor de dubbele aanslag is nog niet opgeëist. De autoriteiten houden het op moslimmilitanten uit de noordelijke Kaukasus. In Russische media wordt gesproken over de zogeheten ’zwarte weduwen’, in het Russisch ’Shahidka’ genoemd. Dat zijn vrouwen die door de twee oorlogen in Tsjetsjenië hun echtgenoten, broers en zoons hebben verloren en door militanten zijn gerekruteerd.
In 2002 waren zulke Tsjetsjeense vrouwen betrokken bij de gijzeling van honderden bezoekers van een theater in Moskou. Toen commandotroepen een einde maakten aan de belegering, kwamen meer dan honderd gijzelaars om het leven, onder wie een Nederlandse vrouw.