Aanval van D66 op artikel 23 afgeslagen
De christelijke fracties in de Tweede Kamer hebben donderdag een aanval van D66 op de vrijheid van onderwijs weten af te slaan. Op het laatste moment trokken PvdA en VVD hun steun in aan een voorstel van D66-kamerlid Lambrechts om bijzondere scholen voor speciaal onderwijs te dwingen alle leerlingen, ook niet-christelijke, toe te laten.
Lambrechts deed haar voorstel in het debat over een wetsvoorstel dat gehandicapte leerlingen een zogenoemd rugzakje meegeeft. Hiermee kunnen de ouders van deze kinderen zelf kiezen of zij hun zoon of dochter naar het speciaal onderwijs laten gaan of naar een gewone school. Door het rugzakje met geld, ofwel een persoonsgebonden budget, is het reguliere onderwijs in staat de problemen die een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap met zich meebrengen, op te vangen.
Voor een leerling in een rolstoel is bijvoorbeeld vaak een lift nodig en een kind met ADHD of het syndroom van Down kost veel extra uren begeleiding. Het wetsvoorstel regelt niet alleen het rugzakje, maar legt ook vast dat reguliere scholen voortaan niet zomaar kinderen mogen weigeren omdat ze te zwaar gehandicapt zijn.
Bres
De D66-fractie in de Tweede Kamer wilde nog verder gaan. Woordvoerster Lambrechts greep het wetsvoorstel aan om een bres te schieten in de grondwettelijke bescherming van het bijzonder onderwijs. Volgens haar zou het reguliere onderwijs op christelijke grondslag verplicht moeten worden alle gehandicapte leerlingen die door hun ouders worden aangemeld toe te laten, ook als zij geen christelijke levensbeschouwing hebben. De enige voorwaarde die een school mag stellen, is dat ouders en leerlingen de grondslag respecteren, vindt Lambrechts.
De christelijke fracties in de Tweede Kamer ervoeren het voorstel als een regelrechte aanval op artikel 23 van de Grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd. Scholen mogen niet alleen respect voor, maar ook onderschrijving van de grondslag eisen, vinden zij.
Lambrechts gaf in het debat overigens zelf toe dat zij artikel 23 wil oprekken. Zij ergert zich eraan dat er wel vrijheid van onderwijs bestaat, maar geen vrijheid van ouders om te kiezen voor de school van hun voorkeur, aldus het D66-kamerlid.
Doordat PvdA en VVD het voorstel van Lambrechts lange tijd steunden, dreigden de christelijke fracties tegen het voorstel van staatssecretaris Adelmund van Onderwijs te stemmen. Tot verbijstering van D66 trokken PvdA en VVD echter aan het eind van het debat hun steun voor het omstreden amendement in, zodat CDA, ChristenUnie en SGP na zeven jaar debat over het onderwerp toch voor het wetsvoorstel konden stemmen. Alleen de SP was en bleef tegen.
Als verklaring voor zijn ommezwaai gaf VVD-woordvoerder Rijpstra onder meer aan dat hij bang was dat het wetsvoorstel in de Senaat zou sneuvelen als het CDA zich er niet achter zou scharen. „Ook mijn eigen partij in de Eerste Kamer zou zich waarschijnlijk tegen dit voorstel verzetten. Samen met het CDA heeft de VVD in de Senaat een meerderheid.”
Grote zorgen
SGP-woordvoerder Van der Vlies, die zich donderdag volop in het steeds feller gevoerde debat stortte, is blij met de afloop ervan. Toch houdt het kamerlid grote zorgen over het punt van de vrijheid van onderwijs. „Artikel 23 en alles wat daarmee samenhangt, ligt de laatste jaren voortdurend onder vuur. Je merkt dat in discussies over het onderwijsachterstandenbeleid, over het onderwijstoezicht, over de zeggenschap van ouders in schoolbesturen, en bij tal van andere onderwerpen. Er ligt nog steeds een adviesaanvraag aan de Onderwijsraad en de Raad van State over modernisering van artikel 23. Wat dat betreft zijn we er nog lang niet. Maar deze aanval is in elk geval weer afgeslagen.”