Bouwvakkers maken lange werkdagen
In 2002 duurde de totale werkdag voor werknemers in de bouw gemiddeld 10 uur en 13 minuten. Dit is inclusief reis- en rusttijden. Voor meer dan een kwart van de werknemers besloeg de totale werkdag zelfs meer dan 11 uur.
De relatief lange werkdag van werknemers in de bouw wordt voor een groot deel bepaald door de tijd die ze kwijt zijn met reizen. Zo is de gemiddelde reistijd meer dan anderhalf uur per dag.
Dit blijkt uit een vanochtend gepresenteerd onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) getiteld ”Reis-, werk- en rusttijden van bouwvakpersoneel”. De uitkomsten zijn gebaseerd op een enquête in 2002 onder bouwvakkers.
De tijd die de werknemers kwijt waren met reizen verschilde per regio. De werknemers uit het westen hoefden het minst ver te reizen en de werknemers uit het oosten van Nederland hadden de langste reisafstand. Verder blijkt de reistijd van mensen die in dienst waren bij hoofdaannemingsbedrijven korter te zijn dan de reistijd van hun collega’s bij onderaannemingsbedrijven. Hierbij speelt de grotere mobiliteit van onderaannemingsbedrijven een belangrijke rol.
De gemiddelde duur van de feitelijke werkdag in 2002 was 7 uur en 52 minuten. Hierbij waren duidelijke verschillen tussen de beroepsgroepen waar te nemen. Voor metselaars en minder geschoolden bleek de dagelijkse werkdag korter en voor machinisten langer dan gemiddeld te zijn. Ook tussen de hoofd- en de onderaannemingsbedrijf waren duidelijke verschillen waar te nemen. Werknemers die werkzaam waren bij een onderaannemingsbedrijf hadden in 2002 een werkdag van 7 uur en 38 minuten.
Werknemers van hoofdaannemingsbedrijven hadden met 7 uur en 58 minuten een beduidend langere werkdag.
De werkdag begint voor bouwvakkers over het algemeen vroeg. Iets minder dan de helft begon in 2002 tussen zeven uur en halfacht ’s ochtends met werken. Zo’n driekwart van de bouwvakwerknemers beëindigde het werk tussen halfdrie en halfvier ’s middags.