Geen spanningen tussen minderheden
In Nederland zijn momenteel geen verhoogde spanningen tussen etnische minderheden en autochtonen naar aanleiding van de oorlog in Irak. Iedereen begrijpt dat het geen godsdienstoorlog is, maar een politieke kwestie. Onder alle bevolkingsgroepen zijn voor- en tegenstanders te vinden en iedereen maakt zich zorgen over het leed van de Iraakse bevolking.
Dat verklaarden de vertegenwoordigers van enkele Iraakse, Turkse en Marokkaanse organisaties na een gesprek zaterdag met premier Balkenende en de ministers Remkes (Binnenlandse Zaken) en Nawijn (Vreemdelingenzaken en Integratie). Het kabinet wilde de situatie peilen en de dialoog op gang brengen.
Enige zorg is de verhouding tussen Iraakse Koerden en Turken in Nederland. Aanleiding is de mogelijke invasie van het Turkse leger in Noord-Irak, waar vooral Koerden wonen. De Turkse en de Iraakse organisaties hebben toegezegd in gesprek te zullen blijven met elkaar. „We moeten voorkomen dat de spanningen die daar bestaan, naar Nederland worden geïmporteerd”, zei A. Tonca van de Turks-Islamitische Culturele Federatie.
Ook directeur F. Hussein van de Middle East Bureau, die sprak namens de Iraakse gemeenschap in Nederland, is bezorgd over deze kwestie. De Irakezen zijn bang dat Turkije niet de grenzen beschermt, maar vooral Koerdisch gebied wil veroveren.
In totaal schoven zo’n 25 organisaties aan bij de drie leden het kabinet om te praten over de situatie in Irak, de gevolgen voor de verschillende bevolkingsgroepen in Nederland en over de toekomst. Premier Balkenende sprak na afloop van een indrukwekkende en constructieve dialoog. Hij vond het opvallend dat „de organisaties niet kijken naar tegenstellingen, maar naar wat ons bindt.”
De radicalere Arabisch-Europese Liga (AEL) was niet uitgenodigd, omdat deze organisatie nog zo jong is dat ze geen echte structuur heeft. „En we zijn uitgegaan van de representativiteit van de organisaties”, aldus de premier.
F. Hussein voerde het woord namens diverse Iraakse organisaties die de belangen behartigen van groepen variërend van moslims, christenen, Koerden, Turkmenen en Arabieren tot soennieten en sjiieten. Ondanks de diverse stromingen kon Hussein melden dat de meerderheid van de Irakezen in Nederland voor een verandering van het regime is en de oorlog in Irak ziet als een bevrijding.
Niet iedereen is het echter eens met het geweld. Sommige Irakezen hadden liever een internationale conferentie gezien om af te komen van Saddam. Anderen hadden volgens F. Hussein juist kritiek op het Nederlandse standpunt, omdat ze meer zien in de koers van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië.
Het gesprek ging verder over de opvang van Iraakse vluchtelingen. Balkenende heeft toegezegd zich daar in internationaal verband sterk voor te maken. Er is al contact gelegd met de hoge VN-commissaris voor de vluchtelingen, Lubbers.
Volgens Tonca had het gesprek van zaterdag, een dialoog op nationaal niveau, overigens vooral symbolische waarde. „Het gesprek tussen allochtonen en autochtonen op lokaal niveau, in de steden, is eigenlijk belangrijker.”