„Evangelische invloeden dringen door in onderwijs”
„Spreken we onderling als leerkrachten wel over evangelische invloeden die de school binnenkomen?” Dat vraagt ds. B. J. van Boven uit De Valk-Wekerom zich af. „Is er op school voldoende openheid om het daarover te hebben?”
De predikant van de Gereformeerde Gemeente van De Valk-Wekerom sprak vrijdag tijdens de voorjaarscontactdag van de Kontaktvereniging van Leerkrachten en Studerenden (KLS). Het thema van de drukbezochte bijeenkomst in de Rehobothkerk van de gereformeerde gemeente in Barneveld luidde: ”Evangelische invloeden binnen het reformatorisch onderwijs”.De predikant constateerde dat die invloeden er wel degelijk zijn. Hij vindt openheid op de scholen heel belangrijk. „Praten we er wel over met anderen als we verkeerde invloeden de school zien binnenkomen?”
Als punt van zorg noemde hij als eerste de leer. Die is bij de evangelischen niet zo helder, aldus de predikant. Hij is blij met de Drie Formulieren van Enigheid, die wel duidelijk zijn. „Kennen wij die formulieren? Is onkunde onder ons niet de reden dat andere leerstellingen binnen kunnen komen?”
De predikant wekte leerkrachten op om in de toepassing van de Bijbelverhalen ook te spreken over het welbehagen van God, de val van Adam en het toepassende werk van Gods Geest.
Reformatorischen die evangelisch worden, zeggen wel eens dat de blijdschap gemist wordt in het reformatorische milieu. Ds. Van Boven: „Proeven jonge mensen dat er blijdschap is in de dienst des Heeren? Waar zijn de leerkrachten die niet alleen overbrengen wat de kinderen uit de Bijbel moeten kennen, maar ook vertellen wat ze moeten weten voor het hart? Het is niet genoeg om te zeggen wat ze moeten doen.”
Ds. Van Boven uitte kritiek op de levensstijl van de evangelischen. Hij noemde de manier van omgaan met televisie, internet, kleding en haardracht. Het onderwerp bespreken op school is moeilijk, maar nodig. „Welke godsdienstleraar durft er met de leerlingen te spreken over ringen, oorbellen of leggings?”
Eens vroeg hij zijn catechisanten waarom meisjes een rok aan hebben en geen broek. „Dat heurt zo”, zei er een. „Jongeren moeten weten waarom iets niet mag. Het moet in het Woord gefundeerd zijn, dan blijft het in het geweten hangen.”
Hij prees de evangelische richting om haar afwijzende standpunt met betrekking tot roken en alcoholgebruik. „Ze zeggen dat er bij ons veel gerookt en veel alcohol gedronken wordt. Daarin moeten we hun gelijk geven.”
De predikant is bevreesd voor kringgebeden op school, die hij toeschrijft aan evangelische invloeden. Als bezwaren noemde hij dat er dikwijls geen leiding is en dat de eerbied vaak ontbreekt. „Kringgebeden die ik meegemaakt heb, maakten op mij een oneerbiedige indruk. God is heilig en wij zijn onheilig.” De predikant bekritiseerde ook de oppervlakkigheid van evangelische liederen. „De diepte van de ellende wordt er veelal in gemist en de inhoud is door en door remonstrants.”