Simonis kreeg veel commentaar op zijn woorden. CDA-minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) vond dat de kardinaal de plank volledig missloeg. Vicepremier Rouvoet hield het soberder. Hij zei te begrijpen dat de opmerkingen van Simonis debat oproepen, maar wilde er verder inhoudelijk niet op ingaan en omdat er scheiding tussen kerk en staat is.De kardinaal zei te spreken voor de bisschoppen die in de tijd dat het misbruik speelde aan het hoofd van de bisdommen stonden. „Wij wisten het niet”, benadrukte hij vrijdag nogmaals. „Veel meldingen van misbruik hebben betrekking op internaten en religieuze ordes waar wij geen zicht op hadden.”

De woorden van Simonis staan haaks op die van bisschop Van Luyn van Rotterdam. Die liet vrijdag aan de Wereldomroep en aan NRC Handelsblad weten dat hij tijdens zijn periode als hoogste bestuurder van de salesiaanse congregatie van meerdere gevallen van misbruik wist. Dat was in de periode 1975-1981.

Van Luyn was toen provinciaal overste van de Nederlandse Provincie der Salesianen. Met de verklaring erkent de rooms-katholieke kerkprovincie dat Van Luyn nu zelf onderwerp wordt van een onafhankelijk onderzoek, schrijft de Wereldomroep. „Uiteraard zal de wijze waarop verantwoordelijken van ordes, congregaties en bisdommen omgingen met concrete misbruikzaken deel uitmaken van het onderzoek”, aldus de woordvoerder van Van Luyn.

NRC Handelsblad en de Wereldomroep berichtten eind februari over misbruik door paters in een rooms-katholiek internaat in ’s-Heerenberg in de jaren zestig en zeventig. Sindsdien zijn er veel meer gevallen van misbruik aan het licht gekomen.

Van Luyn pleitte op 7 maart al voor een onafhankelijk onderzoek naar seksueel misbruik binnen rooms-katholieke instellingen. Hij deed dat in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie.